zondag 11 maart 2012

Portiekjes

3 mei 2001
Ik probeer elke ochtend wakker te worden voordat de zon opkomt. Het is me nog niet gelukt. Ze is altijd eerder, bovendien laat het rolluik haar warmte maar gefaseerd door. Zo word ik dus te laat gewaarschuwd. De dagen zijn zo warm dat ik nauwelijks meer lopen wil. Waar mijn moeder heen wil, gaan we - en ik vind het fascinerend, echt. De stad, de stank, de voorbijrazende scooters, een pizzeria in een oude brandweerkazerne. Ik kijk mijn ogen uit. Dit is waar ze mij altijd over vertelde. Er is zelfs iemand die haar herkent. Dit was haar werk, wat is ze toch een intens goed persoon. De oprechtheid die ze bijna uitademt, over je sprenkelt. Niemand trekt aan mijn haar of raakt mijn gezicht aan. Mijn kinderlijkheid ben ik blijkbaar al verloren. Niemand kirt woordjes met veel klinkers. Geeft niks, ik vind het lekker rustig. Ik ben ook geen schattig kind meer.

Verwonderd lopen mijn broertje en ik over de stoffige speelplaatsen langs de spoorlijn. Geen ander kind te bekennen - en als ze er wel zouden zijn, konden we ze toch niet verstaan. 'Hoi, hoe heet je?' kan ik zeggen. En daarna: 'ik begrijp het niet'. Vleermuis, dat woord kennen we ook. Op elke camping zagen we ze wel, het woord kan me nooit meer ontnomen worden.
Ik heb mijn schriftje thuis laten liggen, met woordjes. Hier schrijf ik mijn eerste echte reisdagboek vol. Het gaat slordig, soms veel te gericht op iets kleins wat gebeurd is. De trappen in Portiekjeswijk, de bus naar een schonere baai - het feit dat ik nog niet zongebruind ben zoals de mensen hier. Ik speel kaartspelletjes met mijn broer. Ik eet wat de straatkinderen eten. Blanke pasta met wat tomatenpuree, een sinaasappel als toetje. Voor het eerst besef ik me mijn rijkdom écht goed.

De speelgoedwinkels zijn hier ook anders. Hoog zijn ze, en smal. Voor de deur zitten nog drie ijzeren schuifhekken. Barricades, zegt mijn vader. Tegen de maffia, zegt hij. Dat helpt niets hoor, zegt mijn moeder. Ze moeten alles afdragen wat ze verdienen, zegt zij. Ik vind de winkels prachtig. Allemaal andere barbies staan er hier, barbies die ik nog nooit gezien heb, een Teresa die ik zou willen hebben.

Zoveel is er nieuw. Dit wordt een boek, dat weet ik zeker - maar ik vergeet het af te maken.

8 opmerkingen:

  1. "Dit was haar werk, wat is ze toch een intens goed persoon. De oprechtheid die ze bijna uitademt, over je sprenkelt." Mooi, echt heel mooi. Hoop dat je een fijn weekend hebt gehad!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De slotzin is het mooist :) Klinkt als een prachtige herinnering!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jij kan een massamoord nog mooi en romantisch laten klinken. Ik ben het eens met Esra, die laatste zin is echt heel tof :)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hmm... massamoord? Dat lijkt me geen compliment.. :P

      Verwijderen
    2. Vat het maar op als een compliment, ja? :P

      Verwijderen