vrijdag 11 mei 2012

Minstens zo magisch

In blijdschap en paniek, tijdens uitputting en zelfvoldaanheid blijft de stad de mijne. Als een armband die rinkelt, tinkelt, en overal bij past siert het haar dat ze nooit echt verandert, zeker niet weggaat. De straten blijven scheef, maar zelfs klinkers die je laten struikelen breken je humeur nog niet. Ik fiets zo graag hier, ik loop zo graag in de massa. Tussen dronken volk en arbeiders, tussen studenten en kinderen. Het liefst van alles loop ik naar jou toe. De weken vol hitte, twee jaar terug, ging ik elke dag hardlopen. Elke vermoeiende stap hield ik mezelf jou voor. Alsof je steeds nog zo'n vijf meter van me weg was, en wat opschoof. Mij uitnodigde, gebaarde met je hand.

Dat doe ik niet meer. Nu fiets ik. De Smalle Begijnestraat is die ene nét voor de rode gordijnen. Elke ochtend hangen er dezelfde mannen, het maakt me misselijk, al gaat dat steeds sneller voorbij.

Ik houd van Utrecht. Ik kan er niet centraal genoeg wonen. Fietsen door Lombok: alsof je in de medina in Tripoli bent, overal de geuren van heerlijk, nog onbekend eten. De studentenflats aan de randen van de stad: er bestaat geen mooiere plek voor zonsondergang, wie leunt samen met mij over de railing van de gallerij? De trein die het station binnenrijdt en het beeld van vrouwe Justitia passeert.

Achter de Dom is een hoek waarin het altijd waait. 's Avonds guur. Soms kun je er staan te midden van een wervelwind plastic tasjes en ander afval. Ik weet het, ik was er woensdag in de regen.


Meer naar het noordoosten zijn er lanen vol bomen. Ik weet dat de weg je ook naar een hospice leidt, of het huis van verwende jongeren, maar als de zon schijnt is het er zo lieflijk. Vanaf maart zijn de blaadjes aan de heggen groen en ruikt het heerlijk na een beetje regen. Rond pasen springen onvermijdelijk narcissen op.

De grachten zijn het allerfijnste. Eerst fietste ik er nooit, teveel onrust. Langzaam is de stad de mijne geworden. Ik ken elk boekwinkeltje en weet waar huisvaders de vrijdagavond wegdrinken. Ik kan je leiden naar studenten, zeg me maar welke subgroep je voorkeur heeft: yuppen, alternatief, iets anders nog?

Grote steden en hun stations maken ruimte voor illegaliteit. Iemand leerde me welk appartement het meest kost. Dat de huisbaas een Porsche bezit. Ik weet waar je ongetwijfeld opgepikt wordt als je danst en niet helder blijft.

De stad is de mijne, de schoonheid van de straatjes ontgaat me geen ochtend, hoe verdrietig ik ook wakker word. Ik zing een liedje want er is geen gevaar; niemand kijkt op van zijn smartphone. Er is altijd ruimte voor melodie.
De ketting van mijn fiets losmaken is de vrijheid.

6 opmerkingen:

  1. Ik moest denken aan het liedje van Stef Bos, het is zo heerlijk thuiskomend liefdebol beschreven, alles op de juiste plaats, plek;

    http://www.youtube.com/watch?v=QCYwFhfaspc

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi stuk. Ik herken je woorden in wat ik voel voor mijn dorp en mijn studiestad :)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat mooi, die paar keer toen ik onderweg was met de trein naar Amsterdam dacht ik vaak 'oh, Utrecht, volgende keer koop ik daar een kaartje heen'.
    Weet je wat, deze zomer doe ik dat.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, doen!

      En mocht je een gids nodig hebben, dan weet je me te vinden ;-)

      Verwijderen
  4. Heel mooi en heel herkenbaar. Ik lees je zo graag.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een mooi stuk. :) Ik ken Utrecht niet zo goed, maar ik vind het een heerlijke stad, die om een of andere redenen een soort belofte lijkt in te houden. Misschien komt het omdat het de enige stad is waar ik altijd alleen heenga voor leuke dingen :P

    BeantwoordenVerwijderen