woensdag 30 mei 2012

Onder viaducten door

Wat heeft het leven toch een leuke spelingen - of het lot een gruwelijke. Ik zit in de trein bij een jaargenoot, één van de driehonderd, ik ken ze al bijna allemaal. Als ik Nu luister moet ik er weer aan terug denken.

"Mijn zus en haar man voeden het kindje ook tweetalig op."
"Tweetalig, ja?" kwetter ik, onmiddellijk geïnteresseerd, hoewel het pas drie over zeven 's ochtends is en ik net nog gaapte.
"Ja, haar man is Roemeens."
"Oh," aarzel ik even
"Leuk!" weet ik er dan van te maken.

Ga voorbij aan de vormen van alledag - de spreuk valt als poedersuiker op me, laat niets onbedekt. Afval interesseert me, en sindsdien zie ik het overal liggen. Maar deze spreuk kende ik al langer:
Ga voorbij aan de vormen van alledag en je ziet rozentuin na rozentuin. Dat met die rozen vond ik eerst een beetje klef. Ik zag het al voor me, zo'n Indiase guru die tussen de doeken waarin hij zich wikkelt, af en toe een bloemetje steekt.

Maar het heeft niet per se met rozen van doen. Het leven, immers, gaat niet over... - exactly.
Die tuinen zijn iets anders. Soms misschien bloemen, anders wel sneeuw, zonlicht, heldere luchten, een rondje hardlopen, een weg ingaan die je niet kent. Zonder nieuw record. Kleding herontdekken, een complimentje, een meevaller: tijd, of geld, la prova costume, heel hard lachen zonder dat je het aan iemand uit kunt leggen.

Dat terugdenken. Aan op je rug op de trampoline liggen, en iemand anders die springt om jou te lanceren.

Dat zijn de rozentuinen waaraan je niet zomaar voorbij mag gaan.

1 opmerking: