vrijdag 24 augustus 2012

Als limonade

Terwijl Giusy praat, luister ik naar de kalmte die in haar woorden zit. Ze praat snel en op niveau, wat wil zeggen: ze versimpelt wat ze zegt niet voor mij. En ze praat ook zacht: ik moet me blijven inspannen om haar te verstaan. Die warmte, als we alleen maar deze taal praten ben ik al in een andere wereld. Haar krullen, zo prachtig, dat als ik er naar kijk ik al de wereld zie: marocchini, wow, wat mooi.
Ze is de eerste Giusy die ik ken. De G is in het Italiaans zacht, lieflijk als een j - en de j wordt nauwelijks gebruikt, dan in het zuidelijkste zuiden.

Ik ken Giusy nauwelijks en ik zal haar ook niet leren kennen. Ontmoet haar vandaag, vertrek morgen weer.
Hetzelfde geldt voor Gennaro.

Die naam had ik nog nooit eerder gehoord. 30 is Gennaro, en hij heeft de hele wereld al gezien. Banken, vloeren en stapelbedden heeft hij beslapen, bij friendly strangers all over the world. Maar het indrukwekkendste vind ik dit:

"Waar woon je?" vraagt hij
"Eh... " Ik noem de naam van mijn buitenwijk met enige verlegenheid - ik weet wat het effect is op mensen. Deze wijk is als gif, ze is één van de slechtsten.
"Oef!" zegt hij, maar gelukkig niet veel meer.
 Dan: "Ik weet hoe dat voelt. Ik heb lesgegeven in de gevangenis van Secondigliano"

Wat?

Wát een helden bestaan er toch. Lesgeven in een klas met 2 moordenaars, 17 en 35 - hoe houd je je staande, en trots.

Benedetto mist zijn kans, maar Gennaro vergeet ik niet meer.

2 opmerkingen:

  1. Ja, mooi, dat iemand zo veel moed maar tegelijkertijd ook vertrouwen kan hebben, vertrouwen dat ook deze mensen een vak zullen gaan beoefenen, een leven zullen opbouwen buiten het criminele circuit.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een verhaaltje dat je even moet herlezen, mooi.

    BeantwoordenVerwijderen