zondag 10 februari 2013

Aria

De nacht is warm, evenals de onverlichte traptreden van het verlaten stadhuis. Voor ons het piazza, drukte, stelletjes die een ijsje eten bij de fontein. Naast me de leukste vriendengroep van het eiland en Miriam. Ohja, en Spaanse.

"Heee, wie hebben we daar?" roept Marco. "Het is il papa!"
"Wie?" vraag ik lacherig.
"Ale," zegt Marco plechtig. "Stel jezelf eens voor"
Alessandro schudt mijn hand, een beetje ongemakkelijk van de aandacht.
"Maar waarom noemen ze je de paus?" vraag ik ongelovig.
"Omdat hij ALLE talen spreekt!" roept Marco enthousiast, stuiterend als een kind van de cola. Hij slaat Alessandro op zijn schouder. "Ja toch? Engels, Italiaans... alles"

Als Marco een nieuw drankje gaat halen, krijg ik eindelijk kans om rustig met Alessandro te praten. Hij spreekt Italiaans, Engels, Russisch en een beetje Duits. Oh, en Siciliaan zijnde begrijpt-ie vast ook nog wel een beetje Spaans. Het heeft inderdaad wat weg van de paus, die talenkennis. Ik kijk om me heen, op zoek naar Miriam. Alessandro zou een geschenk uit de hemel voor haar moeten zijn. Haar Italiaans mist dat snelle. Wat de jongens elkaar toeroepen kan ze niet bijhouden. Zwijgend drinkt ze, rookt ze. De hele groep trouwens, plastic bekertjes wijn, bier en cola zijn niet aan te slepen.

Overdreven langzaam eet ik mijn ijsje. Zittend, achteroverhangend, terwijl het Spaanse meisje staat te wiebelen op haar hakken - op een tree zitten gaat niet in minirok. Het is bijna een show, met ons toeschouwers. Van die gedachte word ik opeens verdrietig. Ik pak wat kruimels van mijn bovenbenen en leg ze op het laatste beetje smeltende ijs.

Chica, zo doop ik haar, gooit haar hoofd achterover en lacht om iets wat Marco zegt. Hij zoemt om haar heen als een fruitvliegje rond perziken op de markt 's ochtends. Niet dat hij daar ooit komt.
"My goodness, look at her having a good time" zucht Miriam.
"Who?" vraagt Alessandro onmiddellijk.
Duidelijk vergeten dat wij  nu niet meer de enigen zijn die Engels spreken. Alessandro houdt zich vriendelijk onwetend, gelukkig. Ik vraag hem waar hij Russisch leerde en hij blijkt in Moskou gewoond te hebben. Het vrolijkt Miriam en mij meteen op.

De lucht is bijna te heet om in te ademen, en dat terwijl het middernacht is. Iemand wilde naar het strand te gaan, maar voor het eerst merk ik dat je echt moe kunt worden van teveel zon.
"Gaan we?" zeg ik tegen Miriam.

Ondanks alles ben ik hier. Loop ik hier, voelt het vertrouwd als ware dit mijn geboortegrond. Ken ik de kleding aan de waslijn in elke steeg. Weet ik de woorden te vinden op de juiste momenten, de zon te mijden op de heetste uren. Eet ik abrikozen, perziken, kersen, al weet ik niet of ze bespoten zijn, en heel veel gerechten met tomaten. Heb ik de leukste buurman en het meest schattige huisgenootje met een Hello Kitty-portemonneetje.

"Yeah, let's go home"
Miriam gooit haar bekertje naar de prullenbak. Mis. Alessandro is zo lief het op te rapen - en meteen maar mee te lopen.
We zwijgen alledrie. Het is alsof elke ademhaling wolkjes maakt, maar dan van hitte. Ik denk niets meer, mijn gedachten uit als een nachtlampje, de sterren de enige verlichting nog.

Miriam maakt de deur open, Alessandro zegt ons gedag.
Binnen ruist de ventilator, maar koel wordt het niet.

4 opmerkingen:

  1. dit is zo mooi beschrijvend geschreven. Het maakt me ergens een beetje treurig, ik weet niet zo goed waarom.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jaja, tegen de kou kun je je tenminste nog kleden! Ach, ik heb ook wel weer zin in de lente.

    Leuk geschreven weer! Alessandro is een goede naam om mee naar Rusland te gaan. Алеcсандрo.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wauw wat schrijf jij mooi zeg! Echt! Ik vond het echt jammer toen het stukje af was. Ik zou zo een heel boek kunnen lezen! Wil je toevallig ook iets publiceren?

    BeantwoordenVerwijderen