vrijdag 2 augustus 2019

Woelmuis

Donderdag. De slaap overmeestert me in een zachte, wollige vlaag van enkele seconden. Het voelt als een geschenk, een wonder bijna: nooit maak ik dit mee. Rond 6:00 uur word ik uitgerust wakker en tref mijn vriend al achter zijn laptop. Jet lag. De ochtend begint zo makkelijk, een warme bries strijkt langs mijn armen terwijl ik ruim op tijd begin met fietsen. In sportbroekje, het gaat net zo. De thermometer zal 40 graden laten zien vandaag, maar ik begin eerst maar eens met het voorzichtig openen van mijn e-mail in een gekoelde ruimte.

Hoe anders is deze avond. Vrijdag. Mijn hals, mijn wangen, mijn voorhoofd. Alles is warm. Naast me de ademhaling van een man die slaapt, maar het lukt mij niet in die staat te glijden. Alleen in woelige gedachten en angsten over verhitting. Of dit, werkelijk dit, de wereld is waarin ik nog na zal gaan denken over een kindje krijgen, ooit. Of dan niemand, werkelijk niemand, zich zorgen maakt om wat dit betekent. Extremen zijn niet normaal. Ik doe onderzoek naar extremen, for crying out loud, en juist de definitie maakt dat maar een enkeling zo'n extreme waarde ziet. Niet meerdere landen op één continent.
Een nieuwssite waar gewaarschuwd wordt voor brandend heet asfalt, wanneer heb ik in mijn jeugd ooit aan de gevoeligheid van hondenpootjes hoeven denken in de zomer?

En toch, ik ook, ook ik kwam thuis met het vliegtuig. Ik wou dat het niet zo was, maar het was wel zo, en ik wilde het maar wat graag toen ik het betaalde. Ogen dicht en bomen planten bij dat knopje voor compensatie van CO2. Kom aan, het is alweer anderhalf jaar geleden! Maar als iedereen leeft zoals ik... is het dan wel goed genoeg, of nog steeds niet?

Zaterdag. Het wachten

Zondag. Duurt lang

Maandag. En ik voel dat 's ochtends zo goed.

Dinsdag. Maar het huis

Woensdag. is nog steeds niet koel.

Donderdag. Slaap, slaap, slaap. Poule mijn zorgen in het overlijden van O, die al tien jaar ziek was, en denk aan T, die nu net patiënt geworden is. Dat nog maar zo kort zal zijn. En waar we om rouwen.
Niet het spoedige einde, maar haar kleine leven, het gemis van wat juist nu komen ging.

Slaap, please, slaap.