Terwijl we praten, ruimt ze haar laatje op en stopt alle spulletjes die ze nodig heeft in haar witte jas. Pennen rechts, mobiel links.
"Wel wennen hoor, deze nieuwe baan" zegt ze en ze haalt een klein grijs-zwart apparaatje uit haar broekzak en klikt iets aan. Als een flits, zo snel. Ze praat ondertussen door en voor ik het weet is het weer weg. Maar ik herken het als de sensor van T.
"Heb jij diabetes?" onderbreek ik haar abrupt, voor ik langer kan twijfelen over de te stellen vraag.
"Ja," lacht ze vrolijk "Glucosewaardes, daar weet ik alles van"
En ze praat gewoon verder.
Geen: hoe weet jij dat?
Of: wat vervelend, ik wilde het geheimhouden.
Gewoon niets.
Gewoon makkelijk.
Misschien weet iedereen het wel, en ben ik de laatste collega die het ontdekt.
En ik denk aan T., aan grote woorden en weinig actie. Aan brede schouders met minimale draagkracht. Aan lieve kusjes. Aan zoveel pijn. Aan glucoses van 1.0 en lachen en hoe dat nooit kan kloppen. Aan boeken over diabetes voor kinderen. En aan prikpennen, en aan jou, aan jou.
Zo kan het ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten