Juni 2013
Lars is een aantrekkelijke man. Beter gezegd: ík vind hem knap, maar ik val nu eenmaal op charisma.
"Kijk," zegt hij, terwijl we met de ambulance wachten bij een stoplicht, en hij wijst naar twee vaders met kinderwagens.
"Hoeveel weegt die van jou nu al? Kan hij al omrollen?" doet hij met een vrouwelijk stemmetje. Ik lach, hij heeft gelijk: het is niet moeilijk te bedenken waar ze het over zullen hebben.
"Ik heb zelf ook een dochtertje, hè" zegt Lars, verdedigend, alsof ik nu iets verkeerds van hem zou kunnen denken.
Dat zou ik niet.
"Vier maanden is ze"
Bliep. De portofoon kraakt.
"Hier de solo," zegt een stem aan de andere kant van de lijn. "Ik heb een vrouw, leeftijd ergens in de vijftig, met een trauma capitis. Van de fiets gevallen, heeft nu een hoofdwond. Ze wil niet meekomen."
"We komen eraan" antwoordt chauffeur Ted.
Zonder sirenes rijden we weg, en toch manoeuvreren we ons nog snel door het stadse verkeer. Ik ben razend nieuwsgierig naar wat we zullen aantreffen - het is elke keer weer een verrassing - en ik kijk alvast door de geblindeerde ramen naar buiten.
Claire zit boos op de stoep. Haar handen en kleren zijn vies, maar ze lijkt het niet te merken.
Op de tegels ligt bloed. Claire negeert de vriendelijk uitgestoken handen van motorambulanceman, de solist.
"Nee, NEE! Ik ga niet mee!" roept ze hard. Dat omstanders kijken lijkt haar niets te deren. Niemand weet of ze zelf op de stoep gevallen is, of dat iemand haar aangereden heeft zoals ze zegt. Haar peper-en-zoutkleurige haar is plakkerig. Een alcohollucht hangt om haar heen.
Lars en de solist gaan door hun hurken. De solist heeft het duidelijk al verpest, Claire slaat zijn handen weg. "Nee, laat me met rust! Hij kwam zomaar van links!" De drank heeft haar tong dik en vol gemaakt, hij zit alleen maar in de weg als ze probeert te praten.
"Claire'tje," zegt Lars tegen de vrouw, en onwillekeurig trek ik mijn wenkbrauwen op. -tje?
"Ga nou eerst even zitten, dan maken we je gezicht schoon."
Lars gebaart naar mij. Ik begrijp het niet.
"Claire moet eigenlijk op een plank worden vastgebonden met een nekkraag, maar dat wordt nu wel lastig" Hij zegt het niet eens zo zacht; het verbaast me dat Claire niet reageert.
"Kom, laten we even naar de ambulance lopen"
"Laat me toch lekker met rust, rot allemaal op" zegt ze.
Als ze eenmaal zit, besluiten we vrij snel toch naar het ziekenhuis te rijden. Claire knikt een beetje suffig, ze stribbelt niet meer tegen. Zo nu en dan vloekt ze om de man die haar aangereden heeft.
Lars zit achterin, achter Claire op de brancard en naast mij. Ted stuurt.
"Hé Claire"
"Hmm?"
"Had je een beetje gedronken of niet?"
"Jaa"
"Wat had je gedronken vandaag?"
"Wijn...
en een beetje port...
en een halve fles ouzo..."
"En was dat de eerste keer dat je dronk, Claire?"
"Neeeee.."
"Ik heb tien jaar niet gedronken" zegt Claire verontwaardigd, verdrietig.
"Maar vandaag was er iets gebeurd?"
En als ze de stilte niet doorbreekt: "Vertel het eens, meisje"
Lars' stem is warm en verwelkomend. Hij kijkt weg, alsof hij het verhaal vol ellende niet af wil schrikken door zichzelf teveel op te dringen. Bemoedigend geeft hij Claire een aaitje over haar schouder. Bij mij zou je het niet moeten doen, maar het werkt. Natuurlijk werkt het. Wat een pro is Lars - ik kan niet anders denken.
Al het nare komt eruit, in korte, droge zinnen, alsof dat iets afdoet aan het verdriet.
We zijn op de eerste hulp aangekomen. Claire zal nu alsnog vastgebonden worden op een plank, voor haar eigen veiligheid, zodat ze een CT-scan kunnen maken van haar schedel.
"Vijf minuutjes," zegt Lars tegen mij, terwijl hij over Claire's hoofd heen een gebaar maakt
"en ik weet wat ik weten wil."
Ik kan alleen maar bewonderend kijken.
"Onthouden hè: de meeste mensen willen gewoon hun verhaal kwijt"
Hij draagt Claire's casus over aan de arts van de spoedeisende hulp.
"Als ik wat jonger was" roept Claire er doorheen "dan wist ik het wel hoor!"
Ze probeert Lars een knipoog te geven maar dat mislukt. We lachen.
Lars geeft haar een klopje.
"Ga jij maar lekker je roes uitslapen hier"
Incontri is Italiaans voor ontmoetingen. Ik schrijf een serie van bijzondere ontmoetingen in mijn leven. Niet de ontmoetingen 'die mijn leven voorgoed veranderden' (voor zover die al bestaan, en: zoveel zijn dat er niet), maar juist de ontmoetingen die me bijbleven, die me zelfs nu nog een glimlach geven, al veranderden ze niet eens zoveel.
Mooi. Bijzonder om te zien hoe geweldig goed mensen zijn in hun vak. Niet alleen in hun vak, maar ook in hun omgang met de mensen die ze daarbij tegenkomen. Misschien een rare vergelijking, maar ik heb twee docenten gehad (één op de middelbare school en één op de universiteit) die ik nog altijd bewonder om de manier waarop ze niet alleen kunnen uitleggen, maar ook met hun leerlingen/studenten omgaan.
BeantwoordenVerwijderen