Het is 1991. De 10-jarige Ana is een jongensachtig meisje, met een beste vriend en eigenlijk geen vriendinnen. Een tomboy, tot verdriet van haar moeder, maar waar haar peetvader goed gebruik van maakt door haar zo hard mogelijk te laten rennen als ze een pakje sigaretten voor hem koopt.
Ana heeft een babyzusje, Rahela, en er zijn financiële problemen in het gezin, maar over het algemeen zijn haar ouders en zij gelukkig. Dan breekt de oorlog uit: tussen 1991 en 1995 woedde in Kroatië een burgeroorlog.
Dit boek deed me erg denken aan Amerikanah, een verhaal over een jonge, Nigeriaanse vrouw en haar leven in de VS waar ik ook erg van onder de indruk was. Ana's Amerikaanse vriend Brian herinnerde me namelijk aan zijn bijna-naamgenoot, de vriend van Ifemelu, de Amerikaanse Blaine. Het maakte me aan het peinzen: zijn er in Amerika soms net zoveel immigranten als 'oorspronkelijke' bewoners? Ik ben nooit in the United States geweest, maar doordat ik deze verhalen las, leek het even zo.
Ana's verhaal is rauw en laat je niet los. Al is het soms best lastig, je stopt niet met lezen. Wat me beklemde was hoe weinig ik over deze geschiedenis weet... Terwijl ze zich voltrok na mijn geboorte! Net als met de Rwandese genocide (absoluut kijken: de film Hotel Rwanda) heb ik over deze gebeurtenis pas meer geleerd door de kunst.
Knap is dat het boek eigenlijk vooral over het leven gaat en niet over de oorlog op zichzelf. Het laat je juist merken hoe het Ana's dagelijks leven beïnvloedt. Wat de effecten zijn op haar ouders, haar babyzusje Rahela, haar beste vriend Luka en haar klasgenoten. Dat is niet alleen maar pure ellende, maar schetst vooral een goed beeld van een meisje dat opgroeit in een arm gezin, in een land waarin verschillende bevolkingsgroepen met elkaar in gevecht raken. Een gewoon, Europees land, ver na de Tweede Wereldoorlog.
Dat doet schrijfster Sara Novic op een huiveringwekkend goede manier. Het boek krijgt niet voor niets 4 sterren op Goodreads.
Dankzij dit boek, ondanks de trieste gebeurtenissen waar het over bericht, lijkt het me trouwens erg interessant om naar Kroatië af te reizen en Zagreb en de Plitvice-meren met eigen ogen te zien. Al laat Ana's verhaal, waarvan ik vermoed veel bewerkte waarheid is van schrijfster Sara, me voorlopig niet meer los.
Girl at War - Sara Nović
Over de schrijfster
Sara Novic is in 1987 geboren in Kroatië en woont inmiddels in de Verenigde Staten. Girl at war is haar eerste boek; ze werkt al langer als redactrice en geeft schrijflessen. Tijdens haar leven is ze langzaam doof geworden, iets waarover een column schreef.
Een plek op het internet over leven met hart voor onze planeet (duurzaam, diervriendelijk, met zo min mogelijk impact), en een plek voor fictie & non-fictie die ik zo nu en dan schrijf
maandag 20 juli 2015
zondag 12 juli 2015
Vergeving
Hoe deed je dat dan,
vraagt ze.
Er is lang niets om te zeggen,
Er is niets om verdrietig over te zijn, zei ik tegen mijzelf. Hoe je je hoofd ook draait, de hemel is helder. Nacht, sterren lichten op, maken me rustig.
In slaap gevallen in de trein; iemand raakt voorzichtig mijn arm aan, maakt me wakker voor hij doorrijdt naar de remise. Daar ben ik blij om. En ik mag rennen, in bossen en in steden, onder zonnestralen en door regen, ik ben gezond. Niet langer meer zo gelukkig maar gezond. En zie, iemand voelt oprecht met me mee.
Wat zou eerlijk antwoorden gek klinken.
Ik schreef het op een briefje en het werd de waarheid.
"Ik vergeef T. voor alles wat gebeurd is en alles dat nog komen gaat"
Op voorwaarde dat er niets meer kwam, maar daar zou ik voor zorgen.
Ik legde het op mijn bureau.
Elke dag dacht ik, ik sta er nog.
Tot ik dat niet meer dacht
Nu ben je er alleen nog als het misgaat, zoals een stel in ruzie oprakelt wat lang geleden gebeurd is, zo rakel ik jou op na elk afspraakje dat me doet twijfelen, dat ik moet afbreken als een te ver doorgegroeide tak, dat me niks biedt en niets voelen laat.
Ik haal jou op in herinnering, al droom ik van ontmoeting.
Soms verwordt je tot wens, al probeer ik je te verpulveren tot gedachtengruis.
En ik wil wel vertellen, eerlijk waar, want heus, ze is vast aardig en luisterend.
Maar liever nog wil ik rennen,
kilometers rennen, zo min mogelijk denken
en loslaten, achter me
tot je ver bent
en bij mij vandaan.
vraagt ze.
Er is lang niets om te zeggen,
Er is niets om verdrietig over te zijn, zei ik tegen mijzelf. Hoe je je hoofd ook draait, de hemel is helder. Nacht, sterren lichten op, maken me rustig.
In slaap gevallen in de trein; iemand raakt voorzichtig mijn arm aan, maakt me wakker voor hij doorrijdt naar de remise. Daar ben ik blij om. En ik mag rennen, in bossen en in steden, onder zonnestralen en door regen, ik ben gezond. Niet langer meer zo gelukkig maar gezond. En zie, iemand voelt oprecht met me mee.
Wat zou eerlijk antwoorden gek klinken.
Ik schreef het op een briefje en het werd de waarheid.
"Ik vergeef T. voor alles wat gebeurd is en alles dat nog komen gaat"
Op voorwaarde dat er niets meer kwam, maar daar zou ik voor zorgen.
Ik legde het op mijn bureau.
Elke dag dacht ik, ik sta er nog.
Tot ik dat niet meer dacht
Nu ben je er alleen nog als het misgaat, zoals een stel in ruzie oprakelt wat lang geleden gebeurd is, zo rakel ik jou op na elk afspraakje dat me doet twijfelen, dat ik moet afbreken als een te ver doorgegroeide tak, dat me niks biedt en niets voelen laat.
Ik haal jou op in herinnering, al droom ik van ontmoeting.
Soms verwordt je tot wens, al probeer ik je te verpulveren tot gedachtengruis.
En ik wil wel vertellen, eerlijk waar, want heus, ze is vast aardig en luisterend.
Maar liever nog wil ik rennen,
kilometers rennen, zo min mogelijk denken
en loslaten, achter me
tot je ver bent
en bij mij vandaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)