Mijn vrolijke, positieve masker valt de laatste dagen steeds vaker af. Soms snauw ik, andere dagen doe ik gewoon weinig moeite om mezelf te verzorgen.
Gijs pakt mijn hand.
"Juf, ik moet plassen"
"Ik loop wel met je mee"
En terwijl ik de rest van de groep vluchtig bekijk voor we weglopen:
"Maar ik ben geen juf, dat weet je toch?"
Zo lief mogelijk zeg ik het, zonder hem echt belerend te willen toespreken. Dat is juffenwerk. Gijs is een blonde kleuter voor wie de miniclub eigenlijk nog wat te veel gevraagd is. Een half uur geconcentreerd meedoen aan een spel is voor hem nog knap lastig. Liever scharrelt hij wat rond om takjes en steentjes op te rapen, of om een verdwaalde kever of lieveheersbeestje te ontdekken. Als de kleurplaten tevoorschijn komen doet hij wel altijd minutenlang zijn best op een tekening.
Ik weerhoud mezelf ervan het jongetje een aai over zijn blonde haren te geven en breng hem naar de washokken. Vanaf daar heb ik alsnog overzicht over de houten tafels waaraan de rest zit te kleuren.
Gesloopt ben ik: het campingwerk breekt me op. Elke dag een show, oefenen tot ver na middernacht en slapen in een gammel caravanbed. 's Ochtends sta ik na enkele uren gebroken slaap weer zo fris mogelijk bij het zwembad van de camping voor aerobics. Tijdens de miniclub inspecteer ik mijn benen vol muggenbulten. 's Avonds probeer ik vijftien minuutjes de tijd te vinden om na boodschappen doen, koken en eten ook nog te kunnen douchen voordat de minidisco begint.
Regelmatig ben ik zo gaar dat ik gemakkelijk chagrijnig reageer, of ik loop mopperend in mezelf naar de volgende activiteit.
Maar hoe zwaar het ook is, wát zijn mijn teams leuk! Een steeds wisselend clubje van kinderen tussen 4 en 12 jaar oud sluit zich dagelijks aan voor het bouwen van kastelen, touwtjespringen, watervoetballen of keten in het zwembad. Elke dag start en eindigt voor mij met dansen, heerlijk: het zelfvertrouwen hervinden om elk kind ouder dan kleuterleeftijd mee te krijgen.
Veo veo!
Que ves?
Una cosita, y que cosita es?
Ik kan de dansjes op de automatische piloot, maar weiger dat, hoeveel energie het ook kost. Kijk, Giovanni doet na al mijn overtuigende toespraken eindelijk mee! Hij is 'al' acht en voelt zich daarmee eigenlijk te groot om te dansen, maar ik zie hem toch stralen. Het maakt me direct vrolijk: een kind dat kind mag zijn.
Guarda, maestra!, gilt zijn kleine zusje Aurora: ze wil laten zien hoe goed ze danst. Haar lange bruine haar wordt bijeengehouden met roze haarband, bedekt met glitter.
Ik kijk het meisje bemoedigend toe en knijp in de hand die ze me toesteekt. Tijd om met haar een zwierend rondje te draaien, misschien één laatste liedje nog. Als animatrice heb je geen controle over de muziek, ook voor mij is het volgende nummer een verrassing.
Het amfitheater zit vol met ouders, het is plakkerig warm onder de pikzwarte nachtlucht.
De avond is hier in het diepe Zuid-Europa al vroeg gevallen.
Kinderen, ouders, gezinnen compleet en gezinnen gebroken: iedereen is hier even helemaal vrij. Om te rusten, te spelen, te dansen, zingen en genieten. Om veel te doen of weinig.
Ik ben er voor de kinderen van al die mensen en wat doet dat me goed.
Het belletje van Veo Veo klinkt voor de laatste keer. Ik zwaai Aurora gedag en zie hoe de kinderen één voor één naar hun ouders terughollen. Let's call it a day, zou ik willen zeggen tegen het team, maar ik weet dat dat niet gaat. Achter het toneel liggen de kostuums voor morgen, we moeten dringend repeteren voor de musical.
Aurora komt nog even terug.
"Ik ga morgen weg," zegt ze en ze strekt haar armen naar voren voor een knuffel.
Zomer 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten