zondag 26 maart 2017

40 dagen minder zwerfvuil - Op de helft!

Begin maart schreef ik over een nieuw voornemen, of een persoonlijke challenge, if you'd like: 40 dagen lang elke dag een stuk zwerfafval oprapen en weggooien. Omdat het bijna geen moeite kost. Omdat het zo'n makkelijke manier is om de wereld (en mijn directe omgeving!) een stukje mooier te maken! En natuurlijk omdat blikjes, plastic en andere dingen die je op straat vindt, niet vanzelf vergaan...


Hoe gaat het?
Heel goed! Het is geen moeilijke opdracht dagelijks iets op te rapen: als je goed kijkt, zie je binnen 10 meter om je heen wel iets liggen. Dat geldt waar je ook bent, helaas.
Of je nu je fiets op slot zet bij het station, staat te wachten bij de bushalte of de laatste meters naar je werk loopt... o-ver-al ligt afval. Dat is niet oké. Maar het maakt mijn motivatie sterker en de opdracht makkelijker.


Blikjes en pakjes en nog meer blikjes...


Lukt het om elke dag iets weg te gooien?
Nee, dat niet. Het lukt gelukkig wel om gemiddeld 1 stuk afval per dag weg te gooien, omdat je ook regelmatig twee stuks afval tegelijk of per dag oppak.

Gewoontes die je elke dag moet toepassen vind ik altijd al lastig. Niet uit onwil maar een dag vliegt soms echt voorbij. Mijn werk is vrijwel altijd binnenshuis (hoewel dat nog kan veranderen...) en als je 's avonds bij het boodschappen doen vergeet iets op te rapen, is je kans voor die dag al verkeken. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik één keer nog speciaal 's avonds naar buiten ben gegaan. In de regen. Om een blikje op te rapen. Hashtag dedicated.

Wat ik ook niet altijd fijn vond, was het maken van een foto, al heb ik dat natuurlijk aan mezelf opgelegd. Het leek me leuk een overzicht van het afval te hebben - en dat is ook leuk, en helpt tegen vergeten! Maar waar ik minder rekening mee gehouden had, was hoe anderen dan naar me kijken. En hoe belangrijk ik het blijkbaar toch vind wat anderen van me denken. Ik denk al snel dat mensen me gek vinden, als ik een #zwerfie maak, terwijl er natuurlijk wel gekkere dingen gebeuren...


Wat ligt er vooral op straat?
Als ik peuken zou oprapen, zou dat op nummer 1 staan, absoluut. Wat is dat toch, vraag ik me af. Waarom gooien rokers hun sigarettenstompjes op de grond? Ik begrijp dat een sigaret moet worden uitgedrukt, maar dat kan ook tegen een prullenbak, toch?
Omdat ik niet constant met een prikstok rondloop, heb ik voor mezelf een grens getrokken. Ik raap geen peuken op, daar ligt de grens van wat ik vies vind.

Wat er daarnaast ligt: blikjes! Heel veel blikjes slingeren er rond in de parken, slootjes, richels en plantsoenen van onze hoofdstad. Als we statiegeld op blikjes zouden invoeren, was dit in één keer voorbij, daar ben ik van overtuigd.


Ook nog leuke vondsten gehad?
Ja! 8 Albert Heijn zegels, die samen mijn spaarkaart voor een weekendje weg met korting vol maakten. :-)


Is deze uitdaging vol te houden?
Zeker! Dat ga ik dus ook doen, als was het maar om mijn eigen leefomgeving een stukje mooier (en frisser) te krijgen. Of om mijn plaatjesoverzicht nog gevarieerder te maken. Of... misschien toch ook... om anderen te inspireren, al was het maar één persoon...

vrijdag 10 maart 2017

De tekenen

"Ik heb net een uur gehuild," biecht mijn nieuwe collega op als het tijd is om de dienstpieper aan haar over te dragen,
"voordat ik hier naar toe kwam"
"Ik dacht het al aan je te zien," zeg ik. Meteen vraag ik me af waarom ik dan niets gevraagd heb. Behalve mijn standaardvraag voor wie de nachtdienst in gaat:
"Ha, lekker geslapen?"

Als kind huilde ik ook wel eens zo heftig, of zo lang. Ik kon mezelf goed overstuur maken. Zo hard huilen dat ik gierend in moest ademen. Dat ik er bijna de hik van kreeg, niet meer volzinnen spreken kon.

Ze ziet er verfrommeld uit.

Ik ken de tekenen: kleine ogen, rode ogen, bleke en opgezette oogleden boven. Een koud washandje ertegen helpt maar minimaal. Ik weet ook dat opgezette ogen nog erger worden als je na een huilbui je bed in kruipt, of onder de dekens verder huilt.
Paracetamol helpt wat tegen de hoofdpijn die je jezelf bezorgd hebt.
Vege tekenen.

Ze vertelt over haar casus.
Een patiënt, gek gedrag, ze vertrouwde het niet, maar kon er de vinger niet op leggen.
Het spookte, het was midden in de nacht.
Was mijn collega moe, of was de patiënt gewoon moe? Was slaap het beste medicijn?

Ik leef met haar mee.
Nachtdienst is zo anders, je kunt het je haast niet voorstellen als je het nooit gedaan hebt.
De meest onschuldige klacht kun je in de nachtdienst heel ernstig opnemen. Je kunt teveel bloed laten prikken, of antibiotica geven omdat je je machteloos voelt, terwijl de patiënt wellicht niet eens een infectie heeft. Of het is juist andersom. Als je al langer aan het werk bent en oververmoeid, denk je:
Wat wil deze patiënt nu eigenlijk, zo midden in de nacht? Volgens mij is er niets aan de hand.

In de nacht ben je alleen.
Je maakt de beslissing alleen, tekent je vonnis alleen.
Of je overlegt, maar daarvoor bel je bijna altijd je supervisor wakker.

Ze vertelt over haar overleg, ik hoor: niets had anders gekund, hooguit wat sneller, met gelijke afloop. De patiënt maakt het goed.

Haar ogen hebben al rimpeltjes aan de zijkant. Ze is weliswaar iets verder in de twintig dan ik, maar het verbaast me toch.

Zelf huil ik gemakkelijk, vroeger meer dan nu. Ik weet niet precies waarom. Door te huilen uit ik angst, pijn, woede en frustratie. Huilen is echt mijn ding, behalve dat het dus écht mijn ding niet is, natuurlijk.

De pieper gaat. Ik bekijk nog snel een bloeduitslag.
Haar kwetsbaarheid wordt rap opgeruimd. We moeten overdragen.
Mijn medeleven wimpelt ze nog net niet weg.

Soms bekruipt me een angstig, alarmerend gevoel als ik de tekenen zo goed herken.
Maar alarmsymptomen zijn waardevol,
zoals geneeskunde me leerde.

donderdag 2 maart 2017

40 dagen minder zwerfvuil

Gisteren, woensdag 1 maart, is de 40-dagentijd begonnen. In het christelijk geloof en dan met name het katholieke is dit een periode van vasten. Een tijd van onthouding en bezinning, onderweg naar Pasen.

Of je nu gelovig bent of niet, geloof ik dat het af en toe goed is jezelf ergens van te onthouden: (te veel) drank, suiker, vlees, uitputtende gewoontes zoals een agenda die je veel te vol plant... Daarbij geloof ik alleen in onthouding die jezelf, of de wereld iets moois brengt en dus niet in de extreme vorm: vrijwel volledige onthouding van eten (anorexia nervosa) of rust (orthorexia) of... Noem het maar. Er zijn helaas genoeg ongezonde manieren van onthouding te bedenken.

Mijn persoonlijke uitdaging in onthouding ligt op het gebied van eten, maar sinds ik mijn vorige stukje schreef wil ik er iets aan toevoegen. Niet alleen de maand maart, maar de hele 40-dagentijd regelmatig afval oprapen.

Regels? Ik raap dagelijks een stuk zwerfafval op en zorg voor een #zwerfie.
Uitzonderingen? Ja, aangezien ik mijn telefoon regelmatig niet bij de hand heb: ik mag ook op één dag twee dingen oppakken of incidenteel de foto overslaan.

Let's make this world a better place!

Een reserve-item, alvast opgeraapt op 28 februari ;-)