Deel 1 vind je hier; deel 2 schreef ik begin deze maand.
In dit laatste deel wordt onze zoon geboren.
Er komt een verpleegkundige binnen.
"Ik heb nog het BSN-nummer nodig" zegt ze, tegen iemand: mijn vriend, of de verloskundige. Hoewel ik me voel alsof ik in een focuswolk zit, komt de vraag ook bij mij aan. Ik begin het nummer op te dreunen: "drie zeven negen negen twee...". De vrouw, korte blonde krullen en een bril, kijkt verbaasd in mijn richting en lacht: "Oh, oké..."
Een dankbare afleiding van de pijn, mijn brein richten op de cijferreeks. Ik hoop dat ze het heeft opgeschreven. En het nog even controleert. De nevel trekt weer op en ik merk dat ik het gesprek niet meer volg. Ik probeer de pijn zo goed mogelijk te ondergaan.
Terwijl ik op het bed lig zie ik de handenalcohol aan de muur hangen. Er naast een noodbel en een beademingsmasker dat gebruikt wordt bij reanimaties. Ik voel de spanning wegebben. Alles is hier aanwezig. Dit is de meest veilige kamer die er is. Alle professionals zijn in huis. Ja, ik word dus gewoon blij van deze medische toolkit aan de muur…
Hierna ben ik de volgorde van de gebeurtenissen een beetje kwijt. Alles vindt plaats in de bevalkamer met kleine aangrenzende badkamer. Mijn geheugen heeft dus geen haakjes om de herinneringen goed te structureren, maar het zal ongeveer kloppen.
Het opblaasbare bevalbad staat in de hoek van de kamer en loopt langzaam vol. Via een opstapje klim ik erin; het water heeft een prettige temperatuur, iets aan de warme kant. Ik ga langzaam door mijn hurken om te gaan zitten, als er een wee opkomt. Ik krijg het vreselijk warm, begin te zweten. In het water de wee opvangen lijkt het slechtste idee allertijden.
“Ik ga eruit! Ik ga eruit!”
Alleen mijn voeten en kuiten zijn nog maar nat. Het is belachelijk, dat voel ik ook, maar het is het enige juiste om te doen. Ik moet en zal uit het bad.
Ondertussen zegt Rosan iets met als strekking dat ze even van de kamer afgaat om de administratie te doen.
“Ga je weg? Nee dat kan niet! Je moet blijven!” zeg ik eisend. Haar voorstel lijkt me onmogelijk: verdergaan met de bevalling zonder verloskundige. Ik weet nu eigenlijk al bijna niet meer wat ik moet doen. Tegelijkertijd voel ik heus wel dat mijn verzoek een beetje apart is. Er is niet echt iets dat zij of T van mij kunnen overnemen. Dit argument blijft echter goed verstopt in mijn rationele brein, en mijn instinct spreekt.
Ik lig eventjes op het bed, en voel me een beetje schuldig om al dat schone warme water dat nu voor niets het bad in is gegaan. Ik weet zeker dat ik er niet meer in zal gaan.
Het zal tegen 23:00 uur zijn nu, misschien iets later. Ik hang en leun wat tegen het bed maar ik moet alweer naar de wc. Er komt niks. “Volgens mij moet ik poepen,” zeg ik onzeker tegen Rosan, “maar het lukt niet”. Ik hoop dat ze begrijpt wat ik bedoel te vragen: help me, ik snap niet hoe ik verder moet met deze bevalling, kun jij het me vertellen?
Als Rosan voorstelt te toucheren ben ik ergens toch verbaasd. Zou ik het echt goed hebben? Ik kan het niet echt geloven: ik voel druk en krampen en pijn, maar de persdrang wordt in cursussen omschreven als een oergevoel. Iets dat je “niet kunt missen”. Iets dat je “niet kunt tegenhouden”. Dat vind ik toch niet van toepassing nu…
Ik loop-dans naar het bed dat los in de kamer staat, het hoofdeind omhoog. Er komt weer een wee - tenminste, dat denk ik dan, want ik herken het gevoel nog steeds niet super goed. Ik voel namelijk continu niet prettig. Deze keer ga ik op mijn knieën op bed zitten en laat mijn armen en bovenlichaam over het hoofdeind hangen. Wat een ellende, ik wil echt niet meer.
Maar zoiets kan ik niet zeggen natuurlijk...
“Ik wil naar huis,” jammer ik daarom maar in het kussen. T en de verloskundige moeten lachen. Het breekt de spanning weer een beetje.
Naar huis kan natuurlijk net zo min als ermee ophouden, en nu helemaal niet meer. “Nou, wil je je ontsluiting weten?” zegt Rosan lachend.
“Je hebt 10 cm… we kunnen proberen te gaan persen!”
Later lees ik terug dat dit moment transitie wordt genoemd. De barende gaat van ongeveer 7 naar ongeveer 10 cm ontsluiting, vaak in rap tempo, en weet daarbij niet meer wat ze moet. Hét moment om uitspraken te doen als "ik wil niet meer", of "ik wil pijnstilling". Het moment dat we denken het écht niet meer te trekken, “the point of no return”
Dit kan ik helemaal beamen. 20:12 twijfelde ik nog aan de weeën, en drie à vier uur later heb ik volledige ontsluiting. Wat een transitie.
We beginnen de persfase een tijdje op de baarkruk. Af en toe een slokje water met een rietje voor mij.
Het lijkt of de verpleegkundige ook min of meer continu aanwezig is. Ze zal een jaar of 50 zijn en oogt heel moederlijk en kordaat. Niet mijn type vriendin, misschien, maar voor de geboorte geeft ze me vertrouwen. Ze ziet er ervaren uit. “Wil je dat ik foto’s maak?” vraagt ze, maar daar moet ik niet aan denken. Ik zie er vast vreselijk uit en dat ga ik niet mooi weg kunnen poetsen. Bovendien, straks ga ik me daar nog druk over maken...
Het lijkt niet te vorderen op de baarkruk. Balen. “Ik dacht dat het goed ging!” zeg ik.
“Dat ging het ook, maar nu vlot het even niet meer, we kunnen iets anders proberen”
Hoewel in cursussen vaak geageerd wordt tegen op je rug bevallen (“er is zoveel meer mogelijk!”), ben ik te moe om een andere positie te bedenken. Ik wil gewoon op dat bed liggen.
Het persen valt me best zwaar. Het is het laatste van de bevalling, maar wie weet hoe lang het duurt.
“Je doet het super!” zegt T.
“Je had een plan gemaakt en nu voer je het uit!”
Dit is zo onwijs bemoedigend. Ja, het doet pijn, maar ik ben het maar wel mooi aan het doen. Ons plan! Zonder pijnstilling! De baby komt eraan!
“Hoe laat is ze begonnen met persen?” hoor ik achter me vragen, en dat brengt me weer met twee voeten op aarde. De persfase mag niet te lang duren, meestal worden zorgprofessionals na 1,5-2 uur bezorgd. Ik wil absoluut geen keizersnee, dus op een gekke manier motiveert me dit nog meer. Ik moet en zal ons kind er zelf uit duwen! Afwisselend pers ik en denk ik dingen als: Het gaat lukken! I can do hard things! - dit mantra heb ik vanmorgen nog gelezen op een instagramaccount over zwangerschap, bevallen & de postpartum periode. Het stond nergens in mijn plan, een mantra, maar deze zinnen hebben mij echt gevonden. Naast het gaat lukken en I can do hard things, heb ik een derde, dat is meer een reminder dan een mantra. Miljoenen vrouwen hebben dit ook gekund, of zijn nu ook aan het bevallen! Ik kan het ook!
T. zorgt ondertussen voor natte washandjes en slokjes water. De verpleegkundige, ik noem haar maar even Els, en Rosan pakken op een gegeven moment elk een been van me vast. “Hij is er bijna! Het hoofdje staat!” Heel pijnlijk, dat 'staan', maar ik probeer er niet teveel aan te denken. The only way is through. Het valt me eerst tegen hoe lang het nog duurt tot onze zoon geboren wordt, maar dan opeens: hij is er! En alle pijn is weg! Hij moet huilen! Hij leeft! Ik ben overweldigend blij, volgens mijn man was één van mijn eerste reacties “zijn Apgar scores zijn dus goed!” Er gebeurt van alles, ik huil maar algauw heb ik onze zoon op mijn borst liggen. Hij voelt heerlijk zacht en warm. Zijn gezichtje is rood en opgezet. Hij huilt jammerend, met zijn ogen dicht, echt een pasgeborene. Het voelt meteen uiterst belangrijk om hem te troosten. Ik pak zijn pinkje zachtjes vast en houd hem onder een celstof matje.
Als Els een foto van ons maakt is hij al stiller. Even later ligt hij rustig bij me. Wat zijn we allemaal opgelucht: onze zoon is geboren. Hij leeft.
Mijn lessen
1. Een zwangerschaps- of bevalcursus waarin je veel instrumenten aangereikt krijgt om om te gaan met de pijn, is ontzettend waardevol.
2. Elke vrouw ervaart haar bevalling weer anders. Ik had een weeënstorm maar twijfelde of ik weeën had. Ik twijfelde aan persdrang, omdat het niet leek op wat in de boekjes stond. Gelukkig begrijp ik als zorgprofessional dat elk mens anders is, anders voelt. Ik denk niet dat de verloskundige mij te vroeg heeft laten persen. Maar online zie ik heel wat doula's (met minimale opleiding! doula is geen beschermde titel!) andere dingen beweren. Als vrouwen op instagram vragen "heeft iedereen persdrang?" antwoorden met: "in principe wel, er zou geen reden moeten zijn dat jouw lichaam dat niet kan opwekken, misschien werd er niet lang genoeg gewacht?" Dat vind ik best kwalijk: vrouwen met terugwerkende kracht nog een vervelend gevoel geven over hun bevalling. Een zorgprofessional ergens van beschuldigen terwijl je er niet eens bij was.
3. Hierbij aansluitend:
Elke cursus waarin met stelligheid iets beweerd wordt ("beval niet op je rug! geef nooit toestemming voor [handeling X]! Elke vrouw heeft [symptoom Y!]'), moet je met een korreltje zout nemen.
4. Een bevalling is zo'n ontzettende prestatie. Ik heb zo'n respect voor elke vrouw die ooit gebaard heeft. Wat een oerkracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten