Er komt een verpleegkundige binnen. "Ik heb nog het BSN-nummer nodig" zegt ze, tegen iemand: mijn vriend, of de verloskundige. Hoewel ik me voel alsof ik in een focuswolk zit, komt de vraag ook bij mij aan. Ik begin het nummer op te dreunen: "drie zeven negen negen twee...". De vrouw, blonde krullen en een bril, kijkt verbaasd in mijn richting en lacht: "Oh, oké..."
Een dankbare afleiding van de pijn, mijn brein richten op de cijferreeks. k hoop dat ze het heeft opgeschreven. En het nog even controleert. De nevel trekt weer op en ik merk dat ik het gesprek niet meer volg. Ik probeer de pijn zo goed mogelijk te ondergaan.
Wát een bijzondere ervaring is een bevalling. Hoewel mijn zoon nu 'al' 1,5 jaar oud is, wil ik nog steeds graag een keer het geboorteverhaal opschrijven. Om te blijven onthouden hoe de bevalling voor mij was, maar óók omdat ik vind dat er positiever naar de bevalling gekeken mag worden, en omdat ik elke zwangere gun om er met vertrouwen in te gaan - aangevuld met wat gezonde spanning en zenuwen natuurlijk.
Bevallen is met niets te vergelijken. Hoewel ik in de bijzondere positie zat dat ik al vele bevallingen had bijgewoond, kon ik toch niet voorspellen hoe het ging zijn. Kon ik pas achteraf woorden geven die daadwerkelijk mijn ervaring omvatten. Ook het 'post partum traject' had ik niet goed kunnen voorstellen tot ik er zelf middenin zat, maar dat is een ander verhaal voor een andere keer.
Ik ben al heel kort na de bevalling begonnen met het opschrijven. Inmiddels zie ik in dat het te veel informatie is voor één stuk. Daarom wijd ik eerst deze blogpost aan wat mijn voorbereiding was. Uiteraard is dit iets heel persoonlijks - als jij nu voor het eerst zwanger bent zal het voor jou weer anders zijn. Zelf heb ik van verschillende plekken informatie en ervaringen meegenomen, zelfs onbewust een mantra opgepikt dat ik tijdens de bevalling in mijn gedachten hield. Wie weet kan dit stukje ook zoiets voor jou zijn, of vind je het gewoon interessant om meer over te lezen. Of misschien lees je dit stuk (later) terug omdat mijn bevallingsverhaal nog vragen opriep.
Zoals je misschien weet ben ik arts. Het is al even geleden, maar gedurende zo'n 3 jaar had ik een baan waarbij ik betrokken was bij bevallingen waar iets niet goed dreigde te gaan. Ik stond dan klaar voor het kind1, mocht er een probleem zijn. In het gunstige geval (en het meestvoorkomende) waren dat kleine overgangsproblemen. Maar hoe zeldzaam ook: het kon ook een reanimatie zijn. Dat maakt dat ik een lijstje van kindernamen heb, dat in mijn geheugen gegrift staat.
Zoiets vormt je.
Ik was dus tijdens de voorbereiding vooral gefocust op het kind. Als alles daar maar goed mee zou gaan. Dat maakte dat ik het allerliefst zonder medische pijnbestrijding wilde bevallen. Te vaak had ik gezien hoe na een ruggenprik de vrouw zo goed ontspande, dat de weeën afnamen en de bevalling stagneerde. Dit leidde vervolgens vaak tot een infuus met weeënopwekkers - door de moeder vaak als heftig ervaren - of er ontstond infectiegevaar voor het kind vanwege langdurig gebroken vliezen en/of koorts bij de moeder.2
Ik was dus niet alleen vooral bezig met het kind, maar ook vooral met alle onverwachte situaties voor het kind. Dit gaf me ergens ook veel rust: ik kende al bijna alle scenario's en zou dus in ieder geval niet verbaasd hoeven zijn als bepaalde dingen ons zouden overkomen. Het gebeurt ook nooit allemaal tegelijk, zei ik tegen mezelf. En voor mijn bevalling was mijn wens dus het zo hands off als mogelijk te houden.
Ik wist tegelijkertijd ook dit: ~ 60% van de vrouwen die met de verloskundige samen aan een bevalling begint, eindigt uiteindelijk in het ziekenhuis onder medische begeleiding.3 Dat is veel! Maar dat betekent echt niet dat dat allemaal drama's zijn: een groot deel gaat 'alleen maar' naar het ziekenhuis voor de pijnbestrijding met een ruggenprik. Wel blijkt: een vrouw die van haar eerste kindje met alleen begeleiding van een verloskundige bevalt, of het nu thuis is of in een geboortecentrum (= de eerste lijn), is in de minderheid.
Dus ik probeerde realistisch te blijven, maar het was absoluut mijn wens.
Medisch gezien vond ik mezelf wel voldoende voorbereid. Het werd tijd om me te verdiepen in bevallen als werkwoord. Mijn vriend en ik schreven ons in voor een vijfdelige cursus hypnobirthing. Hypnose is bewezen effectief bij o.a. buikpijn4, dus ik was nieuwsgierig. Het was nog steeds coronatijd, dus volgden we de cursus online met drie andere stellen (helaas, want: minder sociaal, maar het spaarde ook veel tijd). Het was heel informatief en vernieuwend. We deden bijvoorbeeld geleide meditaties, iets dat ik echt heerlijk vind. De meditatieve kant was dan ook waar ik het meest aan had.
Het stuk van de officiële hypnobirthing cursus dat de medische wereld shame't vind ik logischerwijs een stuk minder prettig. Ook onze cursusleidster placht dit soms te doen. Bijzonder vond ik dat: negatieve uitspraken doen over 'alle artsen', of een medisch voorstel doen terwijl je zelf geen verloskundige, gynaecoloog of kraamzorg bent. Natuurlijk geldt: neem mee wat voor jou van waarde kan zijn, maar als kritisch luisteraar ben ik altijd bang dat wie minder medische kennis heeft net het verkeerde meeneemt. Maar goed, mijn vriend wist me voldoende rustig te houden, zodat ik niet op elke opmerking reageerde (haha) en we rondden de cursus af.
Mijn verlof ging in, we gingen rond week 34 nog een weekendje weg ('de babymoon' - ons vakantiehuisje was zo dichtbij dat mijn vriend erheen fietste) en toen... afwachten maar, tot onze zoon zich aan zou dienen.
Aanvankelijk was ik niet zo gefocust op de bevalling. Het voelde nog ver weg. Liever deed ik andere dingen: klusjes in huis of sporten met een zwangerschapsgroepje (aanrader <3!). Het was bizar om mijn conditie elke week achteruit te zien gaan, maar ergens ook heel logisch. Natuurlijk was ik er wel dagelijks mee bezig, maar vaak raakte ik dan toch afgeleid door 'alles' dat nog geregeld moest worden. Vanaf week 37 kwam de bevalling wat dichterbij. Terugkijkend lijkt me dat helemaal prima, there is only so much you can do aan voorbereiding. Toen maakte ik me wel eens zorgen, dat ik niet genoeg deed.
Ik begon met luisteren naar geboorte-affirmaties, die hadden we gekregen bij de cursus. De teksten waren wat zweverig, eigenlijk niet mijn ding, maar ik vond het fijn 'huiswerk' te doen. Als ik nu deze teksten met rust en ontspanning zou associëren, zouden ze misschien tijdens de bevalling weer helpen ontspannen.
Online volgde ik mamastefit op instagram (aanrader!). Twee zussen (verloskundige i.o. en doula/master exercise science) delen tips om fit te blijven in alle fases van de zwangerschap, bevalling & het herstel. Ik nam mee wat me aansprak, maar ook wat toevallig bleef hangen. De focus op sporten hielp me tot het eind toe actief te blijven.
Ik wilde graag een kort bevalplan maken. Van het ziekenhuis herinnerde ik me de grapjes over de bevalplannen: hoe meer je opschrijft, hoe minder kans dat er ook maar iets van terecht komt. Een bevalling is bij uitstek een situatie waar je geen controle over hebt.
Helemaal waar, maar waar je wel controle over hebt is hoe je je voorbereidt, en welke technieken je straks gaat proberen in te zetten. Als je die technieken vooraf niet eens geoefend hebt, lijkt me de kans van slagen ook een stuk kleiner. Wat ik veel gehoord had, was dat je tijdens de bevalling toch niet altijd meer zo goed communiceert als normaal. Dus ik wilde het kort houden, maar toch mijn wensen delen met de verloskundige. Deze punten had ik er in geschreven:
- Ik wil graag bevallen in een bevalcentrum.5
- Als ik het prettig vind, zal ik de weeën in bad opvangen. We hebben zelf een bevalbad gehuurd (mocht het bad in het bevalcentrum onverhoopt bezet zijn).6
- Toucheren is natuurlijk geen probleem, maar ik hoor het liefst alleen of er progressie is wat betreft de bevalling. Dus: het gaat goed, of het gaat langzaam/niet goed. Ik hoef niet het aantal cm ontsluiting te horen.
Deze laatste tip was heel eventjes voorbij gekomen in de cursus. Geen van de koppels kon zich voorstellen dat ze hiervoor zouden kiezen! Iedereen was veel te nieuwsgierig naar wanneer de beroemde 10 cm zouden zijn bereikt. Het biedt echt houvast, dacht iedereen, als je maar weet hoe je ervoor staat in centimeters. Alleen: de weg naar 10 cm is niet altijd lineair. Je kúnt elk uur één cm meer ontsluiten. Maar je kunt óók urenlang geen vooruitgang hebben en dan ineens van 4 naar 9 cm gaan. Als je dan net tijdens die urenlange periode twee keert toucheert, en je hoort 4 cm en even later 5 cm, en lijkt het net of je in 6 uur tijd bijvoorbeeld maar 1 cm bent opgeschoten. Je hersenen slaan aan het rekenen en je denkt: dan duurt de bevalling nu misschien nog wel 30 uur! Ik wilde mezelf dit besparen - als ik het tijdens de bevalling zou aandurven, zo weinig te weten.
Overigens heeft een verloskundige me ook ooit toevertrouwd dat zij dacht dat niet iedereen 10 cm 'haalt'. Het zal er redelijk nauw in de buurt komen, zei ze, maar de ene vrouw baart met 9,5 cm en de ander misschien wel met 11. En dit klinkt heel aannemelijk: kijk maar wat een (prachtige) variatie er tussen lichamen bestaat.
"Prima hoor," glimlachte de verloskundige.
"Die heb ik nog niet zo vaak gehoord, maar we zullen het allemaal zien"
1. Ik schrijf bewust kind, en niet 'kindje', 'baby'tje' of 'kleintje' - woorden die ik deze context vaak zie. Voor mij romantiseren of dramatiseren deze verkleinwoorden. Juist in de voorbereiding voor mijn bevalling wilde ik dat niet: drama. Overmatige emoties. Niet meer helder zijn. In een tijd waarin de hormonen door je lijf gieren probeerde ik zo nuchter mogelijk te blijven - en dat was zonder verkleinwoorden al moeilijk zat. Taal doet iets met je! Het speelt trouwens ook mee dat hier vaak op is gehamerd door mijn leidinggevenden. Het gebruik van verkleinwoorden in de kindergeneeskunde werkt het idee van 'poppendokters' in de hand. Het helpt om het gewoon over een jongen te hebben, en niet over een ziek klein jongetje, bijvoorbeeld.
2. Koorts na een ruggenprik treedt op in 1 op 5 gevallen en is een bekende bijwerking van de ruggenprik. Voor moeder niet gevaarlijk, voor kind waarschijnlijk ook niet. Maar omdat een medisch team nooit zeker weet of een kind van een moeder met koorts nu een infectie heeft of niet, het dat gevolgen voor het kind. Bijvoorbeeld een langere opname, een opname los van moeder en vaak alsnog een infuus met antibiotica (al zijn richtlijnen hieromtrent gelukkig laatst versoepeld).
3. Dit gaat over nulliparae, dus vrouwen die nog nooit eerder bevallen zijn. Bron: Perined - Kerncijfers Nederlandse Geboortezorg 2021. Voor dit hoge percentage is ook een goede verklaring: een ruggenprik en veel andere vormen van medicamenteuze pijnstilling (remifentanyl, lachgas) kunnen nu eenmaal niet 'in de eerste lijn', dus thuis of met verloskundige in het ziekenhuis. Maximaal één op de vijf vrouwen bevalt van haar eerste kindje in de eerste lijn. Dit betreft de totaalgroep, dus sommige vrouwen worden al in de zwangerschap 'medisch', maar het grote deel pas tijdens de bevalling wegens hun pijnstillingswens.
4.
Zie: Rutten JMTM, Reitsma JB, Vlieger AM, Benninga MA. Gut-directed hypnotherapy for functional abdominal pain or irritable bowel syndrome in children: a systematic review. Arch Dis Child. 2013 Apr;98(4):252-7
5. Deze locatievoorkeur was dus sterk gerelateerd aan mijn persoonlijke ervaringen. Als jouw eigen voorkeur is thuis te bevallen dan kan ik dat goed begrijpen. Dat is in Nederland ook gewoon veilig, door de risicoinschatting die verloskundigen maken.
6. Dat huren hebben we op stel en sprong geregeld in week 37 - ik moet nog glimlachen als ik er aan terugdenk. De overtuigingen die je als zwangere kunt hebben, haha.