Ik koop ongeveer 2 à 3 boeken per jaar, studieboeken niet mee gerekend. Het liefst tweedehands. Zo kocht ik mijn versie van Gomorra voor €3. Doorleefd kwam het boek bij me aan, maar het kon me weinig deren, want het verandert niets aan de inhoud. Inmiddels heb ik het al voor de derde keer uitgeleend, en mis ik het boek bijna een beetje.
Maar 3 boeken per jaar is natuurlijk niet voldoende. Daarom ben ik lid van de bibliotheek, waar ik behalve boeken soms ook DVD's haal. Eén van de boeken die ik in januari leende, was Groen, groener, groenst van Vanessa Farquharson.
Vanessa is journaliste bij de krant National Post in Toronto, als ze besluit dat ze groener wil gaan leven. Note: de Post staat bekend als één van de meest conservatieve kranten en op de redactie worden vooral grapjes gemaakt over mensen die het milieu willen beschermen ("Wat is erger, een hippie zijn of een blogger zijn?"). Ondanks het gevoel van sociale zelfmoord*, start Vanessa een blog en gaat er voor.
Waarvoor precies, weet ze nog niet helemaal - ze is nog nieuw in het groene hippie-gebeuren, maar daar geeft ze zichzelf een jaar de tijd voor.
Elke maand begint ze met een lijst van wat ze wil veranderen, van dag tot dag uitgewerkt. Dit was bijvoorbeeld de lijst van maart.
Van sommige acties is het nut niet meteen duidelijk, maar het levert vaak mooie anekdotes op. Vanessa bespreekt ook niet dag voor dag hoe ze haar jaar doorbracht, maar aan de hand van de lijsten kun je wel veel terugvinden.
"Maar misschien erger nog is de behoefte aan bevestiging. Op het moment dat ik bij de kassa aankom en de vraag 'papier of plastic?' trots beantwoord met: 'geen van beide, dank u, ik heb een tas bij me', ben ik bijna geschokt als de cassière niet goedkeurend naar me glimlacht en me een gouden ster geeft."
Dat maakte me wel aan het glimlachen - en bracht me tevens een leuke utopie bij: gouden sterren verzamelen, à la SuperMario, voor elke keer dat je ecofriendly gedrag vertoont. Mooi zou dat zijn.
Toch moet ik eerlijk zeggen dat ik Vanessa af en toe een beetje naïef vindt. Tuurlijk, ze maakt een eigen compostbak en ze zet haar koelkast uit, dus ze doet zeker haar best. Maar in haar 'groene jaar' maakt ze een reis van 6 weken, door 3 werelddelen. Een vliegbelasting van ongeveer 9 keer rond de aarde. Omdat ze per se allerlei familie op wil zoeken. Het 'groene' tijdens deze vakantie bestaat eruit dat ze geen hotelflesjes shampoo meeneemt, maar haar eigen biologisch afbreekbare variant. 'Prima', maar schrijf dan niet: ik ben officieel klaar voor mijn eerste groene vakantie.
Gelukkig kaart ze ook veel nuttige dingen aan. Hoeveel er wel niet disposable is in de medische wereld, en wat te denken van alles wat uit de kast getrokken wordt bij een marathon? Heb je wel eens een parcours na afloop gezien? Duizenden plastic flesjes Gatorade en sponsjes, die door de wind worden opgetild en meegevoerd naar bos of zee. Bijzonder jammer, toch?
Het is ook grappig om iets te lezen uit Amerikaans oogpunt:
Dat viel me op in Europa: misschien roken en drinken de mensen hier teveel, eten ze kilo's vlees en scheiden ze niet zoveel soorten plastic als wij in Noord-Amerika, maar in feite leven ze duurzamer.
Groen, groener, groenst was voor mij één van vele boeken over mensen die 'een jaar lang' eens alles helemaal anders gaan doen. Op milieugebied was No Impact Man de vorige. Hij dacht eerlijk gezegd wat dieper na over milieukwesties en deed véél meer moeite, maar bleef tegelijkertijd menselijk. Zowel Colin als Vanessa zijn gewone mensen, die zonder achtergrond de milieukwestie ingestapt zijn. Mensen als ik, dus, hoewel ik in beide boeken het meeste al (her)kende. Mijn volgende boek wordt daarom een van een wetenschapper. Heat van George Monbiot wil ik nu gaan lezen. Als je daar ook benieuwd naar bent: wacht vooral niet op mijn review, want ik moet weer wachten tot ik dat boek kan lenen, bij wie dan ook ;-)
* Mij geheel onbekend. Ik word er blij van mijn Take5-netjes op de kassaband leggen en plastic afval weg te brengen. Echt! Ik ben het opgelaten gevoel kwijt (in ieder geval hierbij) - en waarom zou ik me ook opgelaten moeten voelen? Ik doe alleen maar goed door plastic te minderen, en niemand heeft er last van.
Een plek op het internet over leven met hart voor onze planeet (duurzaam, diervriendelijk, met zo min mogelijk impact), en een plek voor fictie & non-fictie die ik zo nu en dan schrijf
donderdag 31 januari 2013
woensdag 30 januari 2013
Las cosas cambiarán
Het waren van die Erasmuszonnestraaltjes, en dat bedoel ik een beetje spottend. Hij studeerde economie, of rechten, net waar hij zin in had en zij gaf helemaal nooit een antwoord op die vraag. Wie hem stelde, viel volgens haar steevast in categorie 'suf'. Stuff, dat was belangrijker. Soms was dat een pakje sigaretten, toen het wat kouder werd sterke drank. Zomers waren aardbeien voldoende.
Ze voerden gesprekken die diep leken te zijn, maar eigenlijk altijd hetzelfde verliepen. Hun sterke drank trok andere funjunkies aan en ik wist me nooit een houding te geven als ze bij mij in de buurt waren. Of ik bij hun.
Erasmus is nou eenmaal zo.
Dacht ik, en tegelijkertijd wilde ik niets liever dan bij A. zijn, alles van hem weten. Ik kwam hem ook steeds overal tegen.
"Masseer je?" vraagt hij me in één van onze eerste gesprekken.
What the fuck, gaat er door mijn hoofd - ik weet nog dat ik dat letterlijk dacht. Hoezo: masseer ik? Wat is dit nou weer voor vraag.
"Nee" zeg ik kort, niet kortaf maar onaangedaan. Alsof deze vraag net zo normaal is als 'studeer je?' "Dat kan ik niet"
"Good" knikt A. "Je moet niet masseren als je dat niet kan. Weet je dat ik masseur ben geweest?"
Ik schiet in de lach. Het is een ongelovige lach, een beetje als verslikken.
"Wat?" zegt A. verbaasd. "Echt hoor"
"Hmm" knik ik. "Héél goed kroegverhaal om iemand te versieren, echt"
"Toch is het zo."
Even denk ik dat hij gaat vragen of hij het mag laten zien, of beter gezegd, het mag laten voelen, maar dat doet hij niet. Dat is waarschijnlijk de kracht van dit verhaal: het blijft een beetje ongemakkelijk in de lucht hangen. Ik voel dat, en hij kan me dan een onschuldig lachje geven.
En inderdaad. Mysterieus laat hij de rode wijn in zijn glas ronddraaien. Ik drink nu niets, laat staan wijn. Hij glimlacht. Onschuldig. Schuldbewust.
Ik buig me naar Caro en vraag naar alles wat Zweeds is. Ik probeer te luisteren, echt, maar de aanwezigheid van A. is zo goed te voelen. Hij luistert geamuseerd mee. Als ik eindelijk vergeten ben dat hij er is, pakt hij mijn schouders. Masseert. "Wow, jij zit vast!" Ik draai me om: verrast, niet echt boos, verwonderd. "Live a little honey!" fluistert A. me toe.
Wie kan zo'n charme-offensief nou weerstaan?
En toch ben ik toen weggegaan.
Ze voerden gesprekken die diep leken te zijn, maar eigenlijk altijd hetzelfde verliepen. Hun sterke drank trok andere funjunkies aan en ik wist me nooit een houding te geven als ze bij mij in de buurt waren. Of ik bij hun.
Erasmus is nou eenmaal zo.
Dacht ik, en tegelijkertijd wilde ik niets liever dan bij A. zijn, alles van hem weten. Ik kwam hem ook steeds overal tegen.
"Masseer je?" vraagt hij me in één van onze eerste gesprekken.
What the fuck, gaat er door mijn hoofd - ik weet nog dat ik dat letterlijk dacht. Hoezo: masseer ik? Wat is dit nou weer voor vraag.
"Nee" zeg ik kort, niet kortaf maar onaangedaan. Alsof deze vraag net zo normaal is als 'studeer je?' "Dat kan ik niet"
"Good" knikt A. "Je moet niet masseren als je dat niet kan. Weet je dat ik masseur ben geweest?"
Ik schiet in de lach. Het is een ongelovige lach, een beetje als verslikken.
"Wat?" zegt A. verbaasd. "Echt hoor"
"Hmm" knik ik. "Héél goed kroegverhaal om iemand te versieren, echt"
"Toch is het zo."
Even denk ik dat hij gaat vragen of hij het mag laten zien, of beter gezegd, het mag laten voelen, maar dat doet hij niet. Dat is waarschijnlijk de kracht van dit verhaal: het blijft een beetje ongemakkelijk in de lucht hangen. Ik voel dat, en hij kan me dan een onschuldig lachje geven.
En inderdaad. Mysterieus laat hij de rode wijn in zijn glas ronddraaien. Ik drink nu niets, laat staan wijn. Hij glimlacht. Onschuldig. Schuldbewust.
Ik buig me naar Caro en vraag naar alles wat Zweeds is. Ik probeer te luisteren, echt, maar de aanwezigheid van A. is zo goed te voelen. Hij luistert geamuseerd mee. Als ik eindelijk vergeten ben dat hij er is, pakt hij mijn schouders. Masseert. "Wow, jij zit vast!" Ik draai me om: verrast, niet echt boos, verwonderd. "Live a little honey!" fluistert A. me toe.
Wie kan zo'n charme-offensief nou weerstaan?
En toch ben ik toen weggegaan.
zaterdag 26 januari 2013
Living like Larry - Ocean's beauty
In mijn leven heb ik één kans gehad om een oceaan buiten Europa te zien. Of nouja, de rand van de oceaan. In de Zuid-Chinese zee ligt een mini-eilandje waar je prachtig kunt snorkelen, duiken en natuurlijk ook gewoon zwemmen. Ik was er een paar jaar terug en ik koos voor het eerste.
Als je ver genoeg van het strand af zwom, kon het zomaar al gebeuren dat je een schildpad tegen kwam. Hoe gaaf is dat?
Maar zeeën en oceanen vullen zich met plastic, olie en ander afval. Terwijl ik zwom, voelde ik me heel bevoorrecht en ik vroeg me tegelijkertijd af: hoe lang zullen mensen hier nog van kunnen genieten?
En niet alleen dat: we hebben de zee nodig. Algen worden gebruikt om tandpasta uit te maken. Zeewier (pretty!) wordt gegeten in Azië, en wij maken er kleur- en conserveermiddelen van. Stofjes uit zeewier worden gebruikt in make-up en kunstmest. En dan is er nog vis. Vis is in arme kustlanden als Sierra Leone de belangrijkste bron van eiwitten (nee, dat geldt niet voor ons Nederlanders!).
Wat kun je doen om te helpen?
1. Ditch the disposable lifestyle! :)
Elk lijstje met tips dat je bekijkt, zal hetzelfde beginnen.
Gebruik minder plastic! Plastic is de grootste bedreiging van de oceanen & every plastic ever made is still on the planet. Oeps. En er komen elke 5 minuten 2 miljoen plastic flesjes bij in de Verenigde Staten. Say what...
Wie Happy Feet gezien heeft (aanrader!), kent vast Lovelace nog. De pinguïn die dankzij het vreemde plastic om zijn nek aanzien heeft verworven in zijn kolonie. Voor mij was het een pijnlijk momentje van schaamte in deze verder schattige film. Het geluksgevoel werd er een beetje door verstoord: wij mensen maken ook alles kapot...Vandaar dat ik vrijwel al mijn plastic probeer te recyclen, en er minder van probeer te gebruiken. Meer tips om je plastic te minderen vind je in plastic 1 & 2.
2. Probeer minder vis te eten.
Vrijwel alle vis wordt gevangen met enorme fabrieksschepen, die en passant de bodem kapotmaken. Dat betekent: nu een vette vangst, maar het ecosysteem herstelt zich niet snel en in 2048 zijn de oceanen zo goed als leeg. En herinner je je pirate fishing nog?
De grenzen van de visvangst zijn bereikt, zegt de WHO. Of dat nu komt doordat de aarde te vol is of doordat het Westen teveel gevist heeft: het verandert niets aan het feit dat we minder vis zullen moeten eten. Het meest overbevist zijn kabeljauw uit de Noordzee, paling, blauwvintonijn en gamba's. Toch vis op tafel? Kijk hier!
3. Ook al woon je niet vlakbij een zee: all water on earth is connected. Let dus op wat je door het doucheputje spoelt! Staan jouw producten op deze lijst? Dan bevatten ze plastic, mijd ze zoveel mogelijk. Probeer in de tuin weinig kunstmatige stoffen te gebruiken. Dump nooit zomaar batterijen. En misschien heb je wel eens gehoord over accumulatie, hoe kwik dat in de oceanen gedumpt wordt uiteindelijk in ons lichaam terecht komt. Zie daarvoor ook hier.
4. Logisch misschien, maar: koop geen bedreigde souvenirs. Laat koraalsieraden, schelpendoosjes, mini-schildpadjes en haaientandkettinkjes allemaal maar liggen. Thuis doe je er toch niets meer mee.
5. Omdat dit ook gaat over water: KRNWTR promoot het drinken van kraanwater, omdat dit in Nederland net zo gezond is als water uit vervuilende plastic flessen. Om te tonen waar er kraanwater geschonken wordt in de horeca, willen ze een app ontwikkelen. Kijk hier: waarom kraanwater drinken zoveel minder milieubelasting geeft vergeleken met fleswater (min of meer common knowledge, maar wel een schattig filmpje). Een kwart liter olie voor één plastic flesje water... dude. En olie die vervolgens weer de oceaan in lekt... Geen fleswater meer dus!
Meer?
- Amazing, hunting TED-talk met prachtige beelden. Als je alles al wist, klik dan op z'n minst op deze. Waar bycatch een gezicht krijgt, net als global warming.
- Rook je? (Alsjeblieft, stop ermee - your life will be so much better!) Zorg er dan voor dat je geen sigaretten op het strand of ergens anders in de natuur of op straat achterlaat. The ocean conservacy vond in 5 jaar tijd maar liefst 8,2 miljoen sigaretten in het water...
- Filmpje met aanstekelijk muziekje over plastic in de oceanen.
- The ten best ocean stories (& pictures!) van 2012
Als je ver genoeg van het strand af zwom, kon het zomaar al gebeuren dat je een schildpad tegen kwam. Hoe gaaf is dat?
Maar zeeën en oceanen vullen zich met plastic, olie en ander afval. Terwijl ik zwom, voelde ik me heel bevoorrecht en ik vroeg me tegelijkertijd af: hoe lang zullen mensen hier nog van kunnen genieten?
En niet alleen dat: we hebben de zee nodig. Algen worden gebruikt om tandpasta uit te maken. Zeewier (pretty!) wordt gegeten in Azië, en wij maken er kleur- en conserveermiddelen van. Stofjes uit zeewier worden gebruikt in make-up en kunstmest. En dan is er nog vis. Vis is in arme kustlanden als Sierra Leone de belangrijkste bron van eiwitten (nee, dat geldt niet voor ons Nederlanders!).
Wat kun je doen om te helpen?
1. Ditch the disposable lifestyle! :)
Elk lijstje met tips dat je bekijkt, zal hetzelfde beginnen.
Gebruik minder plastic! Plastic is de grootste bedreiging van de oceanen & every plastic ever made is still on the planet. Oeps. En er komen elke 5 minuten 2 miljoen plastic flesjes bij in de Verenigde Staten. Say what...
Wie Happy Feet gezien heeft (aanrader!), kent vast Lovelace nog. De pinguïn die dankzij het vreemde plastic om zijn nek aanzien heeft verworven in zijn kolonie. Voor mij was het een pijnlijk momentje van schaamte in deze verder schattige film. Het geluksgevoel werd er een beetje door verstoord: wij mensen maken ook alles kapot...Vandaar dat ik vrijwel al mijn plastic probeer te recyclen, en er minder van probeer te gebruiken. Meer tips om je plastic te minderen vind je in plastic 1 & 2.
2. Probeer minder vis te eten.
Vrijwel alle vis wordt gevangen met enorme fabrieksschepen, die en passant de bodem kapotmaken. Dat betekent: nu een vette vangst, maar het ecosysteem herstelt zich niet snel en in 2048 zijn de oceanen zo goed als leeg. En herinner je je pirate fishing nog?
De grenzen van de visvangst zijn bereikt, zegt de WHO. Of dat nu komt doordat de aarde te vol is of doordat het Westen teveel gevist heeft: het verandert niets aan het feit dat we minder vis zullen moeten eten. Het meest overbevist zijn kabeljauw uit de Noordzee, paling, blauwvintonijn en gamba's. Toch vis op tafel? Kijk hier!
3. Ook al woon je niet vlakbij een zee: all water on earth is connected. Let dus op wat je door het doucheputje spoelt! Staan jouw producten op deze lijst? Dan bevatten ze plastic, mijd ze zoveel mogelijk. Probeer in de tuin weinig kunstmatige stoffen te gebruiken. Dump nooit zomaar batterijen. En misschien heb je wel eens gehoord over accumulatie, hoe kwik dat in de oceanen gedumpt wordt uiteindelijk in ons lichaam terecht komt. Zie daarvoor ook hier.
4. Logisch misschien, maar: koop geen bedreigde souvenirs. Laat koraalsieraden, schelpendoosjes, mini-schildpadjes en haaientandkettinkjes allemaal maar liggen. Thuis doe je er toch niets meer mee.
5. Omdat dit ook gaat over water: KRNWTR promoot het drinken van kraanwater, omdat dit in Nederland net zo gezond is als water uit vervuilende plastic flessen. Om te tonen waar er kraanwater geschonken wordt in de horeca, willen ze een app ontwikkelen. Kijk hier: waarom kraanwater drinken zoveel minder milieubelasting geeft vergeleken met fleswater (min of meer common knowledge, maar wel een schattig filmpje). Een kwart liter olie voor één plastic flesje water... dude. En olie die vervolgens weer de oceaan in lekt... Geen fleswater meer dus!
Meer?
- Amazing, hunting TED-talk met prachtige beelden. Als je alles al wist, klik dan op z'n minst op deze. Waar bycatch een gezicht krijgt, net als global warming.
- Rook je? (Alsjeblieft, stop ermee - your life will be so much better!) Zorg er dan voor dat je geen sigaretten op het strand of ergens anders in de natuur of op straat achterlaat. The ocean conservacy vond in 5 jaar tijd maar liefst 8,2 miljoen sigaretten in het water...
- Filmpje met aanstekelijk muziekje over plastic in de oceanen.
- The ten best ocean stories (& pictures!) van 2012
vrijdag 25 januari 2013
Deze kleine dingen
* Skype met mijn wereldreizende vriendinnetje, op dit moment in Hong Kong... Zelfs al gaat het zo krakerig dat we de helft erbij moeten typen en uiteindelijk helemaal afhankelijk zijn van de Skype chat.
* Dromen: wanneer zal ik weer op reis gaan? Ook al zijn er geen concrete plannen.
* Nieuwe woordjes Napolitaans (dat is een taal!) leren met internet. En dat Drincà ineens drinken betekent... het lijkt wel Nederlands. En deze superkorte docu over de film Gomorra. Mooi, voor als je de hele film een lange zit vindt.
* Leuke uitnodigingen voor koffie, die je niet verwacht
* Iemand die je aan je schouders zachtjes door elkaar rammelt, op zo'n wat ben je toch een druif-manier
* Een NRC Handelsblad vinden in de trein
* Daglicht zien (op = op)
* Marije deed in 2012 een jaar lang bijna elke dag een goede daad. Vooral minimaliseren en de wereld mooier maken stonden daarbij centraal: zo ging ze wassen met wasnoten, verstuurde ze geluksmagneetjes naar onbekenden, gaf spullen weg in haar eigen flat en vulde een tassenbol met plastic tasjes. Heel inspirerend allemaal en ik las haar blog ook graag. Maar wat moest ze na dat jaar? Ze bedacht de verdubbeldame. Doe jij een (tijdelijke) goede daad, dan doet Marije met je mee! Dus: een week lang geen wegwerpplastic kopen (jongens, dit is moeilijk!) of vegan eten? Zij doet het ook - zo houd je vol én heeft je actie dubbel zoveel zin. Leuk. En als je niet weet wat je kunt doen om de wereld een stukje mooier te maken: zij wel!
* Mensen die spontaan voor je opschuiven als ze zien hoeveel bagage je meesleept
* Weekend, mijn bed, boeken, dooi en hardlopen <3
* Morgen gratis Tony's Chocolonely's fairtrade chocolademelk bij alle WAAR-winkels! :)
* Dromen: wanneer zal ik weer op reis gaan? Ook al zijn er geen concrete plannen.
* Nieuwe woordjes Napolitaans (dat is een taal!) leren met internet. En dat Drincà ineens drinken betekent... het lijkt wel Nederlands. En deze superkorte docu over de film Gomorra. Mooi, voor als je de hele film een lange zit vindt.
* Leuke uitnodigingen voor koffie, die je niet verwacht
* Iemand die je aan je schouders zachtjes door elkaar rammelt, op zo'n wat ben je toch een druif-manier
* Een NRC Handelsblad vinden in de trein
* Daglicht zien (op = op)
* Marije deed in 2012 een jaar lang bijna elke dag een goede daad. Vooral minimaliseren en de wereld mooier maken stonden daarbij centraal: zo ging ze wassen met wasnoten, verstuurde ze geluksmagneetjes naar onbekenden, gaf spullen weg in haar eigen flat en vulde een tassenbol met plastic tasjes. Heel inspirerend allemaal en ik las haar blog ook graag. Maar wat moest ze na dat jaar? Ze bedacht de verdubbeldame. Doe jij een (tijdelijke) goede daad, dan doet Marije met je mee! Dus: een week lang geen wegwerpplastic kopen (jongens, dit is moeilijk!) of vegan eten? Zij doet het ook - zo houd je vol én heeft je actie dubbel zoveel zin. Leuk. En als je niet weet wat je kunt doen om de wereld een stukje mooier te maken: zij wel!
* Mensen die spontaan voor je opschuiven als ze zien hoeveel bagage je meesleept
* Weekend, mijn bed, boeken, dooi en hardlopen <3
* Morgen gratis Tony's Chocolonely's fairtrade chocolademelk bij alle WAAR-winkels! :)
zaterdag 19 januari 2013
Het opschrijven waard
Dit zijn de leuke dingen (als ik niet aan de nare dingen denk) die het opschrijven waard zijn.
* Kijken naar de Adéliepinguïns op mijn nieuwe Greenpeacekalender (tip: je krijgt hem ook als je €20 of meer doneert!). En dan die tekst: once an Adélie penguin has chosen its mate, the pair stays together for life :)
* Dit nummer is zo vrolijk (de titel alleen al!) en mooi dat ik het jammer vind dat het maar 2 minuten duurt.
* En als vrolijk even niet mijn ding is, dan Depeche Mode wel.
* Mijn oma die haar plastic recyclet (goed, bij haar wordt het opgehaald voor de deur, maar toch!)
* Een heel mooi vega-kookboek dat mijn kant op komt :)
* Dit korte stukje over de meest bekende dakloze van Utrecht.
* Een manier vinden om te schrijven wat je wil zeggen, zonder iemand te kwetsen, zonder veroordeeld te worden.
* Dat er bij de meestgelezen stukjes-statistieken nu alléén nog maar Larrystukjes zichtbaar zijn. Gives me hope.
* Kijken naar de Adéliepinguïns op mijn nieuwe Greenpeacekalender (tip: je krijgt hem ook als je €20 of meer doneert!). En dan die tekst: once an Adélie penguin has chosen its mate, the pair stays together for life :)
* Dit nummer is zo vrolijk (de titel alleen al!) en mooi dat ik het jammer vind dat het maar 2 minuten duurt.
* En als vrolijk even niet mijn ding is, dan Depeche Mode wel.
* Mijn oma die haar plastic recyclet (goed, bij haar wordt het opgehaald voor de deur, maar toch!)
* Een heel mooi vega-kookboek dat mijn kant op komt :)
* Dit korte stukje over de meest bekende dakloze van Utrecht.
* Een manier vinden om te schrijven wat je wil zeggen, zonder iemand te kwetsen, zonder veroordeeld te worden.
* Dat er bij de meestgelezen stukjes-statistieken nu alléén nog maar Larrystukjes zichtbaar zijn. Gives me hope.
dinsdag 15 januari 2013
Dag
Je bent er niet meer.
Ik heb je nooit gekend, dus voor mij is het eigenlijk alsof je er nooit geweest bent. Maar dat is nog veel erger en wens ik je niet toe. Ik stel me voor dat we elkaar in de gangen zijn tegengekomen. Misschien heb ik wel een computer in de studiezaal van je overgenomen, of jij één van mij. Wie weet wachtte je achter mij in de rij voor het kopieerapparaat. Of hebben we samen gedanst op het studieverenigingsfeest.
Je hoorde tot een ander soort, zou ik kunnen denken, maar dat denk ik niet: mijn buik doet pijn en mijn ogen glanzen.
Door je hoofd, wat ging er door je hoofd.
Ik wou dat er voor jou iemand geweest was, die voor jou om hulp gevraagd had. Iemand die voet bij stuk gehouden had, dat je hulp nodig had. Hulp is niet zo kwaad. Hulp is ook een arm om je heen. Hulp is samen huilen.
Ik wou dat ik tijd had gehad je beter te leren kennen. Dat ik je verhalen kon vertellen, misschien zelfs vertellen over anderen. Dat je niet alleen ben, dat je niet ziek bent. Dat er zelfs dokters-to-be in witte jassen zijn, die dezelfde nare gedachten denken. Dat dat okee is, al voelt het allesbehalve okee. Verrot, zo voelt het. Dat het niet zo verrot hoeft af te lopen.
Soms vraag ik me echt af of er inderdaad onoplosbare problemen bestaan.
Het spijt me heb je geschreven. - Nee, het spijt mij.
Ik heb je nooit gekend, dus voor mij is het eigenlijk alsof je er nooit geweest bent. Maar dat is nog veel erger en wens ik je niet toe. Ik stel me voor dat we elkaar in de gangen zijn tegengekomen. Misschien heb ik wel een computer in de studiezaal van je overgenomen, of jij één van mij. Wie weet wachtte je achter mij in de rij voor het kopieerapparaat. Of hebben we samen gedanst op het studieverenigingsfeest.
Je hoorde tot een ander soort, zou ik kunnen denken, maar dat denk ik niet: mijn buik doet pijn en mijn ogen glanzen.
Door je hoofd, wat ging er door je hoofd.
Ik wou dat er voor jou iemand geweest was, die voor jou om hulp gevraagd had. Iemand die voet bij stuk gehouden had, dat je hulp nodig had. Hulp is niet zo kwaad. Hulp is ook een arm om je heen. Hulp is samen huilen.
Ik wou dat ik tijd had gehad je beter te leren kennen. Dat ik je verhalen kon vertellen, misschien zelfs vertellen over anderen. Dat je niet alleen ben, dat je niet ziek bent. Dat er zelfs dokters-to-be in witte jassen zijn, die dezelfde nare gedachten denken. Dat dat okee is, al voelt het allesbehalve okee. Verrot, zo voelt het. Dat het niet zo verrot hoeft af te lopen.
Soms vraag ik me echt af of er inderdaad onoplosbare problemen bestaan.
Het spijt me heb je geschreven. - Nee, het spijt mij.
zaterdag 12 januari 2013
De papegaai ontbrak
Napels, juni 2012
15:00 uur. Eindelijk, de witte jas mag uit. Mijn nette, zwarte kleding eronder plakt aan mijn lijf, maar ik heb het gered: mijn eerste dag in het ziekenhuis zit erop. Ik ben doodop, tijd voor siësta.
Alleen één probleempje. Hoe kom ik thuis? Vanochtend kreeg ik een lift van een verpleegkundige, maar zij is nu al weg - en ik weet alleen nog maar mijn straatnaam, ik ben pas gisteren hier aangekomen. "Vanmiddag moet je niet zo lopen als ik nu met de auto rijd hè" waarschuwde ze nog.
Weet je wat, ik vraag de ziekenhuisportier wel even - maar die schudt zijn hoofd bij het horen van mijn Via. Achter me staan drie dames te dringen om zijn aandacht. "Waar is de cardiologie-afdeling!" roept de één gefrustreerd.
"De couveuses, zijn die op de derde?" vraagt de tweede en ze klopt op het raampje om haar woorden kracht bij te zetten.
Laat maar, denk ik. Ik vind het zelf wel, zo moeilijk was het niet.
Buiten brandt de zon. Het ziekenhuis ligt langs een semi-snelweg en de uitlaatgassen maken het extra warm. Bij de stoplichten staan twee Afrikaanse jongens, die autoraampjes schoonmaken en de chauffeurs om geld vragen. Naar links moet ik, had Rosa gezegd, maar als ik dat doe kom ik op een soort industrieterrein voor auto's. Monteurs rollen autobanden naar binnen en kijken me vreemd aan.
Toch maar naar rechts dan. Ik kan ook een blokje lopen natuurlijk.
De voorbijrazende auto's daargelaten is dit het meest verlaten stuk stad waar ik ooit heb gelopen. Aan beide zijden van de weg zijn enorme stukken land, voornamelijk met door de zon verbrand gras en afvalbergen. In de verte zie ik aan alle kanten de flatgebouwen. Le case grighe e blu - de achterstandswijken. Precies in zo'n gebouw woon ik sinds gisteren en naar zo'n flat ben ik nu op zoek.
Na ruim twintig minuten lopen ben ik nog steeds niet in de buurt, maar de flats lijken wel dichterbij te komen en de richting is nu in ieder geval goed, zoveel kan ik opmaken uit de bordjes. Maar ik ben nog steeds de enige die loopt. De warme juniwind blaast straatafval tot kleine plastic tornado's. Om de zoveel meter staat een jongen met een paaltje met daarop pakjes sigaretten uitgestald. Zo'n paaltje waar je eigenlijk een papegaai op zou laten zitten. Maar dan dus pakjes sigaretten met Russische teksten. Bij de laatste jongen van de rij waag ik een poging en spreek hem aan. Zijn ogen staan zo glazig als pure vasaline.
"Ik ben niet van hier" zegt hij, terwijl hij traag zijn schouders ophaalt.
Ik zeg mijn Italiaanse versie van Kthxbye - die kan ik inmiddels best snel - en loop een paar stappen verder. Welke richting moet ik nu kiezen op dit kruispunt?
Aan mijn linkerhand staan nóg drie jongens. Ik had ze willen negeren, eigenlijk. Ze hebben hun bovenlijf bloot en hoewel dat heus niet lelijk is, is dat hier zó ongebruikelijk dat ik weet dat er iets niet goed moet zijn. De ene wiebelt van voor naar achter op een motor alsof het een hobbelpaard is. Zo nu en dan laat hij de motor een knallend geluid maken. De andere rekt zich nog eens uit en plaatst de pakjes sigaretten wat netter op de standaard. De jongens staan alledrie in de brandende zon, maar boven de sigarettenstandaard staat een parasol.
Het zal vast niet om de sigaretten gaan. Come on, zeg ik tegen mezelf, het is Italië, gewoon blind voor zijn en de weg vragen!
"Ik wist wel dat je naar mij toe zou komen" grijnst de jongen op de motor. Een beetje als een vos. Héél onaantrekkelijk, opeens.
"Haha, ja" lach ik meegaand. Ik heb het inmiddels zo warm dat ik het gevoel heb dat ik smelt - en voor een flesje water zou ik een moord doen... kortom, ik wil naar huis om wat te drinken te pakken, want iets kopen in de siësta gaat niet (en voor de veiligheid heb ik ook geen geld bij me).
"Dus, hoe kom ik bij de Via Bronzi?" Geen idee, daar hebben ze nog nooit van gehoord. Gelukkig heb ik onder het lopen wat herkenningspunten bedacht en begin te omschrijven.
"Ahh" knikt de brutaalste jongen "Da's echt supermoeilijk uit te leggen en het is ook nog héél ver"
"Leg toch maar uit?" vraag ik, zo lief als ik nog op kan brengen
"Ja, eigenlijk volg je gewoon de autoweg hier naar boven... Maar het is echt te ver joh. Ik breng je wel met de motor!"
"Nee nee, dat hoeft niet. Ik kan best lopen."
"Tuurlijk kun je lopen, maar het is nog ver"
Ik ben de straat nog niet overgestoken of de jongen springt op zijn motor. Rijdt achter me aan.
"Kom op, ik breng je wel!"
"Ga gewoon achterop zitten" vervolgt hij, als ik vriendelijk mijn hoofd schudt.
Hij rijdt nog een stukje mee, maar als hij mijn vastberadenheid merkt keert hij om.
"Kom je nog een keertje langs?"
"Doe ik" beloof-lieg ik, en ik zwaai hem opgelucht uit.
Thuis, twintig minuten later, stroop ik de kleding van me af.
"Wáár heb je precies gelopen?" vraagt de dochter van mijn huisbaas.
"Geloof me, dat moet je echt niet meer doen."
Voor wie een indruk wil krijgen (en daarvoor hoef je de twee gesproken zinnetjes niet te begrijpen): I veleni di Napoli Est (Het vergif van Oost-Napels)
15:00 uur. Eindelijk, de witte jas mag uit. Mijn nette, zwarte kleding eronder plakt aan mijn lijf, maar ik heb het gered: mijn eerste dag in het ziekenhuis zit erop. Ik ben doodop, tijd voor siësta.
Alleen één probleempje. Hoe kom ik thuis? Vanochtend kreeg ik een lift van een verpleegkundige, maar zij is nu al weg - en ik weet alleen nog maar mijn straatnaam, ik ben pas gisteren hier aangekomen. "Vanmiddag moet je niet zo lopen als ik nu met de auto rijd hè" waarschuwde ze nog.
Weet je wat, ik vraag de ziekenhuisportier wel even - maar die schudt zijn hoofd bij het horen van mijn Via. Achter me staan drie dames te dringen om zijn aandacht. "Waar is de cardiologie-afdeling!" roept de één gefrustreerd.
"De couveuses, zijn die op de derde?" vraagt de tweede en ze klopt op het raampje om haar woorden kracht bij te zetten.
Laat maar, denk ik. Ik vind het zelf wel, zo moeilijk was het niet.
Buiten brandt de zon. Het ziekenhuis ligt langs een semi-snelweg en de uitlaatgassen maken het extra warm. Bij de stoplichten staan twee Afrikaanse jongens, die autoraampjes schoonmaken en de chauffeurs om geld vragen. Naar links moet ik, had Rosa gezegd, maar als ik dat doe kom ik op een soort industrieterrein voor auto's. Monteurs rollen autobanden naar binnen en kijken me vreemd aan.
Toch maar naar rechts dan. Ik kan ook een blokje lopen natuurlijk.
De voorbijrazende auto's daargelaten is dit het meest verlaten stuk stad waar ik ooit heb gelopen. Aan beide zijden van de weg zijn enorme stukken land, voornamelijk met door de zon verbrand gras en afvalbergen. In de verte zie ik aan alle kanten de flatgebouwen. Le case grighe e blu - de achterstandswijken. Precies in zo'n gebouw woon ik sinds gisteren en naar zo'n flat ben ik nu op zoek.
Na ruim twintig minuten lopen ben ik nog steeds niet in de buurt, maar de flats lijken wel dichterbij te komen en de richting is nu in ieder geval goed, zoveel kan ik opmaken uit de bordjes. Maar ik ben nog steeds de enige die loopt. De warme juniwind blaast straatafval tot kleine plastic tornado's. Om de zoveel meter staat een jongen met een paaltje met daarop pakjes sigaretten uitgestald. Zo'n paaltje waar je eigenlijk een papegaai op zou laten zitten. Maar dan dus pakjes sigaretten met Russische teksten. Bij de laatste jongen van de rij waag ik een poging en spreek hem aan. Zijn ogen staan zo glazig als pure vasaline.
"Ik ben niet van hier" zegt hij, terwijl hij traag zijn schouders ophaalt.
Ik zeg mijn Italiaanse versie van Kthxbye - die kan ik inmiddels best snel - en loop een paar stappen verder. Welke richting moet ik nu kiezen op dit kruispunt?
Aan mijn linkerhand staan nóg drie jongens. Ik had ze willen negeren, eigenlijk. Ze hebben hun bovenlijf bloot en hoewel dat heus niet lelijk is, is dat hier zó ongebruikelijk dat ik weet dat er iets niet goed moet zijn. De ene wiebelt van voor naar achter op een motor alsof het een hobbelpaard is. Zo nu en dan laat hij de motor een knallend geluid maken. De andere rekt zich nog eens uit en plaatst de pakjes sigaretten wat netter op de standaard. De jongens staan alledrie in de brandende zon, maar boven de sigarettenstandaard staat een parasol.
Het zal vast niet om de sigaretten gaan. Come on, zeg ik tegen mezelf, het is Italië, gewoon blind voor zijn en de weg vragen!
"Ik wist wel dat je naar mij toe zou komen" grijnst de jongen op de motor. Een beetje als een vos. Héél onaantrekkelijk, opeens.
"Haha, ja" lach ik meegaand. Ik heb het inmiddels zo warm dat ik het gevoel heb dat ik smelt - en voor een flesje water zou ik een moord doen... kortom, ik wil naar huis om wat te drinken te pakken, want iets kopen in de siësta gaat niet (en voor de veiligheid heb ik ook geen geld bij me).
"Dus, hoe kom ik bij de Via Bronzi?" Geen idee, daar hebben ze nog nooit van gehoord. Gelukkig heb ik onder het lopen wat herkenningspunten bedacht en begin te omschrijven.
"Ahh" knikt de brutaalste jongen "Da's echt supermoeilijk uit te leggen en het is ook nog héél ver"
"Leg toch maar uit?" vraag ik, zo lief als ik nog op kan brengen
"Ja, eigenlijk volg je gewoon de autoweg hier naar boven... Maar het is echt te ver joh. Ik breng je wel met de motor!"
"Nee nee, dat hoeft niet. Ik kan best lopen."
"Tuurlijk kun je lopen, maar het is nog ver"
Ik ben de straat nog niet overgestoken of de jongen springt op zijn motor. Rijdt achter me aan.
"Kom op, ik breng je wel!"
"Ga gewoon achterop zitten" vervolgt hij, als ik vriendelijk mijn hoofd schudt.
Hij rijdt nog een stukje mee, maar als hij mijn vastberadenheid merkt keert hij om.
"Kom je nog een keertje langs?"
"Doe ik" beloof-lieg ik, en ik zwaai hem opgelucht uit.
Thuis, twintig minuten later, stroop ik de kleding van me af.
"Wáár heb je precies gelopen?" vraagt de dochter van mijn huisbaas.
"Geloof me, dat moet je echt niet meer doen."
Voor wie een indruk wil krijgen (en daarvoor hoef je de twee gesproken zinnetjes niet te begrijpen): I veleni di Napoli Est (Het vergif van Oost-Napels)
dinsdag 8 januari 2013
Soms zo duidelijk
"Hoe oud ben je eigenlijk?" vraagt de vrouw vanaf het bed aan de andere kant van de zaal. Ik ruim de bloedafnamebuisjes op. Vrolijk, want ik heb raakgeprikt. "21, mevrouw" antwoord ik
"Dat dacht ik al!" zegt ze triomfantelijk
"Wel een jonge dokter, dan..." babbelt ze verder, misschien meer tegen zichzelf dan tegen mij.
Een jonge dokter: zo word ik het allerliefst voorgesteld aan patiënten. Feit is, ik ben nog co-assistent, maar alweer zo'n lange tijd dat ik soms dichterbij dokter sta dan bij student.
De spoedeisende hulp is mijn nieuwste decor, en tevens in elk vakgebied een terugkerend onderdeel. Het is meestal mijn lievelingsplek in het ziekenhuis: de patiënten komen op onvoorspelbare tijdstippen, met onvoorspelbare problemen.
Met mijn benen verrijd ik mijn krukje-op-wieltjes. Mijn handen zijn gehuld in steriele handschoenen, dus ik kan zelf niets meer aanraken, tot ik klaar ben met het hechten van deze kleine snijwond. Fascinerend, vet, gaaf. Hoe beter het gaat, hoe liever ik het doe.
Terwijl ik naar huis fiets, schitteren sterren in de nachtelijke hemel. De lucht is helder, het schijnt een prachtige dag geweest te zijn - ik was er alleen niet bij. Binnen was ik. Met ethilon 4.0 en een naaldvoerder.
Er loopt iets aan van mijn fiets, maar ik ben te moe om te stoppen en te kijken wat het is. Bovendien, het is al na middernacht, ik wil ook graag slapen. Morgen weer een dienst, een voorstelling.
Andere studies gaan gelijk met andere levens. Drie keer college per week, ofzoiets. Ik ben niet jaloers meer, weet dat dit boven alles hetgeen is dat uitstekend bij me past. Soms erg vermoeiend, maar voorlopig de moeite waard.
(27 oktober, duidelijk geschreven voor dagen als 7 januari...)
"Dat dacht ik al!" zegt ze triomfantelijk
"Wel een jonge dokter, dan..." babbelt ze verder, misschien meer tegen zichzelf dan tegen mij.
Een jonge dokter: zo word ik het allerliefst voorgesteld aan patiënten. Feit is, ik ben nog co-assistent, maar alweer zo'n lange tijd dat ik soms dichterbij dokter sta dan bij student.
De spoedeisende hulp is mijn nieuwste decor, en tevens in elk vakgebied een terugkerend onderdeel. Het is meestal mijn lievelingsplek in het ziekenhuis: de patiënten komen op onvoorspelbare tijdstippen, met onvoorspelbare problemen.
Met mijn benen verrijd ik mijn krukje-op-wieltjes. Mijn handen zijn gehuld in steriele handschoenen, dus ik kan zelf niets meer aanraken, tot ik klaar ben met het hechten van deze kleine snijwond. Fascinerend, vet, gaaf. Hoe beter het gaat, hoe liever ik het doe.
Terwijl ik naar huis fiets, schitteren sterren in de nachtelijke hemel. De lucht is helder, het schijnt een prachtige dag geweest te zijn - ik was er alleen niet bij. Binnen was ik. Met ethilon 4.0 en een naaldvoerder.
Er loopt iets aan van mijn fiets, maar ik ben te moe om te stoppen en te kijken wat het is. Bovendien, het is al na middernacht, ik wil ook graag slapen. Morgen weer een dienst, een voorstelling.
Andere studies gaan gelijk met andere levens. Drie keer college per week, ofzoiets. Ik ben niet jaloers meer, weet dat dit boven alles hetgeen is dat uitstekend bij me past. Soms erg vermoeiend, maar voorlopig de moeite waard.
(27 oktober, duidelijk geschreven voor dagen als 7 januari...)
vrijdag 4 januari 2013
Living like Larry - Story of my stuff II
Al meer dan twee jaar ben ik bezig met minder kopen en het kleiner maken van mijn bezittingen. Dit was mijn allereerste poging tot minderen. Van de daar gekochte boeken, heb ik er nog maar twee.
In 2012 verkocht ik 11 kledingstukken (via Marktplaats) en kocht ik er 12 - en zelfs die laatste aankoop is 'gebalanceerd': als ik een oude jas inleverde bij het kopen van een nieuwe winterjas, kreeg ik korting - dus dat deed ik dan ook. Behalve kleding heb ik 20 (!) boeken verkocht, vooral boeken met verhalen, maar ook een enkel studieboek en daarnaast nog wat speelgoed.
Je zou denken dat ik veel heb opgeruimd - maar ik merk er niks van. Cadeau(tje)s vullen de kleine hoeveelheid ruimte die ik heb gemaakt snel op, en hier en daar zwicht ik toch weer voor een lippenbalsem, boek of DVD in een taal die ik graag wil leren.
Zeker: mijn kledingcollectie is niet gegroeid dit jaar. Fijn, alleen al omdat ik geen ruimte genoeg heb om alles netjes te bewaren. Maar ik wil meer doen dan niet groeien: ik wil tevreden zijn met minder.
Dus toen ik gisteren na een fantastische week weg thuiskwam, besloot ik onder het eten nog eventjes naar Story of Stuff te kijken. Dit bekende filmpje vertelt duidelijk dat consumeren de belangrijkste schakel is. Schakel waarin? De schakel in het trashen van onze planeet, vooral door Westerse landen. Het opvallendste vond ik deze keer: hoeveel procent van de producten denk je dat er 6 maanden na aankoop nog in gebruik zijn? 50%? 20%? Nee hoor: slechts 1%. Dus 99% van wat we kopen belandt binnen 6 maanden al bij het afval. Onvoorstelbaar, maar waar.
Het filmpje legt trouwens ook uit waarom recycling niet genoeg is om de problemen die door consumentisme worden veroorzaakt op te lossen. Let wel: recyclen is nodig, recyclen is heel goed en gft, glas, papier en plastic zijn grondstoffen die door iedereen gerecycled zouden moeten worden. Maar met het kopen van louter tweedehands spullen is het anders: dit is niet haalbaar als we dit allemaal zouden doen... Dit is niet de oplossing van het probleem. Het probleem is namelijk ons systeem.
Hoewel er zeker wat af te dingen valt aan te merken op het filmpje, ben ik het helemaal eens met de uitsmijter van Annie Leonard: het is niet onrealistisch te denken dat dit systeem kan veranderen. Ik geloof dat systemen kunnen veranderen, drastisch, goed, en voor lange tijd. Omdat alles onmogelijk lijkt, tot je het doet (en ook omdat ik een diehard-believer ben van het druppelprincipe, zoals ik hier, in mijn 'manifest', al schreef).
Grappig genoeg verscheen ook vandaag deze review van het bijbehorende boek. Ik merk langzaamaan dat het met de nare verhalen achter kleding en massaconsumptie net zo wordt als met plofkip: iedereen weet er van - maar nog niet iedereen probeert er wat aan te doen. Ik kan niet iedereen veranderen, maar ik kan wel bij mezelf beginnen...
In 2012 verkocht ik 11 kledingstukken (via Marktplaats) en kocht ik er 12 - en zelfs die laatste aankoop is 'gebalanceerd': als ik een oude jas inleverde bij het kopen van een nieuwe winterjas, kreeg ik korting - dus dat deed ik dan ook. Behalve kleding heb ik 20 (!) boeken verkocht, vooral boeken met verhalen, maar ook een enkel studieboek en daarnaast nog wat speelgoed.
Je zou denken dat ik veel heb opgeruimd - maar ik merk er niks van. Cadeau(tje)s vullen de kleine hoeveelheid ruimte die ik heb gemaakt snel op, en hier en daar zwicht ik toch weer voor een lippenbalsem, boek of DVD in een taal die ik graag wil leren.
Zeker: mijn kledingcollectie is niet gegroeid dit jaar. Fijn, alleen al omdat ik geen ruimte genoeg heb om alles netjes te bewaren. Maar ik wil meer doen dan niet groeien: ik wil tevreden zijn met minder.
Dus toen ik gisteren na een fantastische week weg thuiskwam, besloot ik onder het eten nog eventjes naar Story of Stuff te kijken. Dit bekende filmpje vertelt duidelijk dat consumeren de belangrijkste schakel is. Schakel waarin? De schakel in het trashen van onze planeet, vooral door Westerse landen. Het opvallendste vond ik deze keer: hoeveel procent van de producten denk je dat er 6 maanden na aankoop nog in gebruik zijn? 50%? 20%? Nee hoor: slechts 1%. Dus 99% van wat we kopen belandt binnen 6 maanden al bij het afval. Onvoorstelbaar, maar waar.
Het filmpje legt trouwens ook uit waarom recycling niet genoeg is om de problemen die door consumentisme worden veroorzaakt op te lossen. Let wel: recyclen is nodig, recyclen is heel goed en gft, glas, papier en plastic zijn grondstoffen die door iedereen gerecycled zouden moeten worden. Maar met het kopen van louter tweedehands spullen is het anders: dit is niet haalbaar als we dit allemaal zouden doen... Dit is niet de oplossing van het probleem. Het probleem is namelijk ons systeem.
Hoewel er zeker wat af te dingen valt aan te merken op het filmpje, ben ik het helemaal eens met de uitsmijter van Annie Leonard: het is niet onrealistisch te denken dat dit systeem kan veranderen. Ik geloof dat systemen kunnen veranderen, drastisch, goed, en voor lange tijd. Omdat alles onmogelijk lijkt, tot je het doet (en ook omdat ik een diehard-believer ben van het druppelprincipe, zoals ik hier, in mijn 'manifest', al schreef).
Grappig genoeg verscheen ook vandaag deze review van het bijbehorende boek. Ik merk langzaamaan dat het met de nare verhalen achter kleding en massaconsumptie net zo wordt als met plofkip: iedereen weet er van - maar nog niet iedereen probeert er wat aan te doen. Ik kan niet iedereen veranderen, maar ik kan wel bij mezelf beginnen...
Abonneren op:
Posts (Atom)