"Je gaat hyperventileren van paniek als ik je daar een eerlijk antwoord op geef"
Nina blufte. Ze had Thijs nog nooit in oprechte paniek gezien. Hij had het er vaak over: hoe zijn leven hem aanviel en hoe hij maalde en piekerde over wat er van hem moest worden. Maar fysieke paniek? Echt niet. Daar was hij veel te veel man voor.
"Hoezo?"
Thijs' stem kwam hard, als de pan die hij tegelijkertijd kletterend neerzette.
"Heb je ooit last gehad van mijn eerlijkheid dan? Heb ik ooit anders dan oprecht naar je geluisterd?"
Ja, dacht ze - maar ze bestrafte de gedachte, want het was niet waar. Zijn altijd-de-waarheid-vertellen deed pijn, maar hoe kon liegen een betere optie zijn? Voor hem was dit ook moeilijk.
"Sorry," zei ze.
Sorry was nogal snel gezegd.
Ze meende het ook nogal snel.
"Je hoeft geen sorry te zeggen. Maar ik snap niet waarom je me dat niet gewoon zou vertellen."
De lastige discussies tussen wie alles kunnen relativeren, bediscussiëren, omkeren en manipuleren. Heen en weer, antwoorden op andere vragen dan gesteld zijn, vragen die desalniettemin ook nog blootliggen en beantwoord willen worden.
Wat hield ze van deze jongen. Maar wat was het een snijdende liefde, onbeantwoord als gedumpte rozen op Valentijnsdag, dun als afgebladderde verf. Blauwe schilfers, waar je gedachteloos aan krabde totdat een stuk venijnig onder je nagelbed schoof. En ongeacht wat hij hier beweerde: hij zou zich wezenloos schrikken als ze dit soort woorden zou gebruiken. Houden van, liefde, liefhebben. Veel te veel. Beangstigend voor hem. Dat wist ze zeker.
Misschien hoorde ze dan wel nooit meer iets van hem.
"Hé" onderbrak Thijs haar gedachten.
"Ik vind het leuk met jou hoor"
Het was te vroeg, ze kon dit niet zeggen.
(Hoort bij Nocciola)
Mooi geschreven! Ik voel een beetje mee. :)
BeantwoordenVerwijderenSoms verspringt de tijd van te vroeg naar te laat, dan hoop ik maar dat ik daartussen ben gevallen.