Ruim te laat komen we waar we moeten zijn. "Een heel ander verhaal" heet de winkel, en het is een soort wereldwinkel, bedenk ik me. De avondlucht is warm, niet heet, zoals op Sicilië, waar je 's nachts in zee kunt zwemmen - maar dat is een heel ander verhaal voor een heel andere keer.
Buiten staan veel mensen, heel veel mensen. Opkomst van dit event: 100% geslaagd. Ik had de lange hippierokken en de geur van wierook maar hoeven volgen: een Couchsurfing Meeting gaat blijkbaar overal gepaard met dezelfde spirit. Fijn, herkenbaarheid, al ben ik zelf meer down-to-earth. En die sigaretten vind ik ook wat minder.
In vijf minuten word ik voorgesteld aan zo'n vijftien (of vijfentwintig?) mensen. Mijn eerste studentenjaren was ik een kei in het onthouden van namen - nu moet het anders. Het is alsof ik een grens ben overgegaan: hoi, je hebt teveel mensen die te weinig voor je betekenen ontmoet: geheugen van dit soort mensen is VOL! Ik probeer het anders aan te pakken. Die jongen, prent ik mezelf in, die heeft een aparte naam - dat blijft me bij. En die daar, ik weet alleen nog dat hij een héél erg standaard Italiaanse jongensnaam had... En het is niet Riccardo, Francesco, of Alessandro. Dan heet hij dus Daniele. Ha! Ik heb het nog goed ook - ik giechel stiekem om deze weddenschap met mezelf.
Ik kwam hier niet zomaar: zonder moeite bereik je minder. Met een handvol sms'jes kreeg ik een lift geregeld, naar dit afgelegen plaatsje. Er is een snelweg naartoe, maar geen toerist die je de weg zal weten te wijzen. Ik kende het alleen omdat de trein er stopt. Heerlijk trouwens: je treinkaartje gaat hier in minuten. Een kaartje van 180 minuten kost €4. Doe dat maar eens na, Nederland.
De kleine locale (café, bar, anything - you name it) is veel te vol, natuurlijk, maar gelukkig is er buiten ruimte genoeg. Ik ontmoet al gauw mensen die geboren zijn in 'mijn' stageziekenhuis.
Al zittend op de stoep sla ik de dansende groep gade. Het is folk, zoiets, en ik ben iets te moe om mee te doen. De verf bladert hier van de muren; uit een leegstaand huis fladdert een duif. Achter de gaten in de muur, ooit vast opgevuld met ramen, is het donker. Misschien leeft er een enkele rat, verder niets. Soms voel je betonbrokjes vallen en zachtjes naar beneden stuiven.
Iemand biedt me tiramisù aan op een plastic bordje, net als ik wat tegen Daniele zeg: "Italianen herken ik van een afstand".
Ik heb dit al vaker gezegd, en het wordt vaak als beledigend opgevat. Ik ben benieuwd hoe hij reageert, mensen uitproberen is leuk. Mijn wijsvinger doop ik in de cacao-cake massa en ik wacht op antwoord.
Lang. Even ben ik bang dat hem beledigd heb, eigenlijk was dat toch niet de bedoeling: "...toch?" babbel ik snel verder. Daniele lacht en pakt mijn arm.
"Geloof me maar, Italianen herken je van een afstand"
Alsof iemand vanuit de hemel glitterstof over me strooit uit een poedersuikerbus.
Een plek op het internet over leven met hart voor onze planeet (duurzaam, diervriendelijk, met zo min mogelijk impact), en een plek voor fictie & non-fictie die ik zo nu en dan schrijf
woensdag 19 september 2012
zaterdag 15 september 2012
Verschil kon niet groter zijn
Het is gek, maar... pas als aan het tafeltje naast ons drie uitbundige mannen gaan zitten, voel ik waar ik ben. Uit eten, uit - ik hoor vrolijk te zijn! Hoe kon ik dat vergeten? Misschien is het door wie er tegenover me zit. Mondhoeken te strak, gezicht te jong, haar vreemd blond voor iemand die uit Brazilië komt. Al praat je over nog zoveel ervaringen en ben je vijf jaar ouder, (al waren het er tien, I couldn't care less!): je trekt me niet, zoals een vakgebied niet trekt.
De tafeltjes zijn klein en bestemd voor twee personen. De derde man van het stel naast ons past er dus niet bij. Hij wringt zichzelf op de bank, en slaat mij op mijn schouder. "Hoi! Ik ben Jeremy" De andere twee lachen, trekken hem weg bij mij en naar zich toe. Verontschuldigend, uitdagend en dan weer rustig. Ze maken een toren van sigarettenpakjes op tafel. Ze drinken, 3 witte wijn alstublieft, en kijken een filmpje van hoe de één wel, de ander niet een tandenstoker rond kan laten draaien in zijn mond. Ik vraag me af of dat eindigde op de Eerste Hulp, maar tegelijkertijd vind ik het heel grappig.
En dan mijn eigen gezelschap - waar kan ik de middenweg vinden tussen deze twee?
Het meisje van de bediening complimenteren met haar tattoo: check! Maar eigenlijk wil ik naar huis, niet omdat mijn hoofd vol is, maar omdat ik net heb besloten dat Friends kijken op mijn trouwe laptop een vreemd soort nuttiger is dan luisteren naar hoe je de verkiezingen won. Ik wil weg vóór er een nieuwe uitnodiging aan mijn kant valt. Ik wil gewoon weg van jou.
Van blauwe shirtjes naar strakke witte, overhemden, naar losse stropdassen en mannen met aktetassen en weer terug. De wereld is even veelzijdig als de mensen die erin leven. Ik wil niet oordelen, maar wel héél goed rondkijken. En heel soms, bekaf, wil ik eigenlijk niets.
De tafeltjes zijn klein en bestemd voor twee personen. De derde man van het stel naast ons past er dus niet bij. Hij wringt zichzelf op de bank, en slaat mij op mijn schouder. "Hoi! Ik ben Jeremy" De andere twee lachen, trekken hem weg bij mij en naar zich toe. Verontschuldigend, uitdagend en dan weer rustig. Ze maken een toren van sigarettenpakjes op tafel. Ze drinken, 3 witte wijn alstublieft, en kijken een filmpje van hoe de één wel, de ander niet een tandenstoker rond kan laten draaien in zijn mond. Ik vraag me af of dat eindigde op de Eerste Hulp, maar tegelijkertijd vind ik het heel grappig.
En dan mijn eigen gezelschap - waar kan ik de middenweg vinden tussen deze twee?
Het meisje van de bediening complimenteren met haar tattoo: check! Maar eigenlijk wil ik naar huis, niet omdat mijn hoofd vol is, maar omdat ik net heb besloten dat Friends kijken op mijn trouwe laptop een vreemd soort nuttiger is dan luisteren naar hoe je de verkiezingen won. Ik wil weg vóór er een nieuwe uitnodiging aan mijn kant valt. Ik wil gewoon weg van jou.
Van blauwe shirtjes naar strakke witte, overhemden, naar losse stropdassen en mannen met aktetassen en weer terug. De wereld is even veelzijdig als de mensen die erin leven. Ik wil niet oordelen, maar wel héél goed rondkijken. En heel soms, bekaf, wil ik eigenlijk niets.
dinsdag 11 september 2012
Toiletten ondergronds
Maria
Binnen overvalt de misselijkheid me. Voor de zekerheid ren ik naar de toiletten - wat nog lastig is op hakken - houd mijn haar vast, net op tijd. De laatste week ben ik elke dag wel misselijk, maar het komt nooit 's avonds. In kleermakerszit ga ik op de vloer zitten. Vroeger hielp dat altijd, gewoon staren en de vloertegeltjes tellen - hopelijk is hier vandaag nog schoongemaakt. Voelen alle zwangere vrouwen zich zo binnenstebuiten gekeerd? Wat zouden andere meisjes doen? Tegen hun buik praten? Hun vriend vragen een warm bad te maken en citroenthee te zetten? Zou hij hun haar vasthouden? Zeggen 'het geeft niets' of, iets schattiger, 'gaat het liefje?'
Iemand komt de toiletten binnen. Geruis van water, ik spits mijn oren: geen gejubel, geen snik, niets. Gewoon een meisje dat haar handen wast, zichzelf bekijkt in de spiegel, een uitgelopen streepje eyeliner wegveegt en verder danst. Ze staat vast op haar tenen, draait een rondje - en de deuren slaan weer dicht.
In december was ik ook nog zo'n meisje.
Feestjes ging ik af, met Micha, dat wel, die me vanaf het eerste feestje flirterige opmerkingen toewierp. Nouja, flirterig. "You're so sexy, are you even aware of that?" was misschien meer to the point dan iemand ooit eerder was geweest. Meteen duidelijk, en ik begon tegen beter weten in te dromen.
Micha zegt helemaal niks, is hier niet eens bij me - ik moet hier weg, nu. De toiletdeuren zijn als in een cowboy saloon en knallen hard open. Ik voel me zo vies dat ik vertrek zonder gedag te zeggen. Hamid sms ik morgen wel en Micha merkt het vast niet. Thuis spoel ik mijn mond en klap mijn laptop open.
'Novia' typ ik in bij Google.
Girlfriend, antwoordt Google.
Girlfriend, herhaal ik hardop.
Met Micha moet ik niets serieus nemen, dat weet ik inmiddels wel. En toch word ik een beetje onpasselijk van de twee aan elkaar geplakte woorden. Alsof ze echt bij elkaar horen.
Binnen overvalt de misselijkheid me. Voor de zekerheid ren ik naar de toiletten - wat nog lastig is op hakken - houd mijn haar vast, net op tijd. De laatste week ben ik elke dag wel misselijk, maar het komt nooit 's avonds. In kleermakerszit ga ik op de vloer zitten. Vroeger hielp dat altijd, gewoon staren en de vloertegeltjes tellen - hopelijk is hier vandaag nog schoongemaakt. Voelen alle zwangere vrouwen zich zo binnenstebuiten gekeerd? Wat zouden andere meisjes doen? Tegen hun buik praten? Hun vriend vragen een warm bad te maken en citroenthee te zetten? Zou hij hun haar vasthouden? Zeggen 'het geeft niets' of, iets schattiger, 'gaat het liefje?'
Iemand komt de toiletten binnen. Geruis van water, ik spits mijn oren: geen gejubel, geen snik, niets. Gewoon een meisje dat haar handen wast, zichzelf bekijkt in de spiegel, een uitgelopen streepje eyeliner wegveegt en verder danst. Ze staat vast op haar tenen, draait een rondje - en de deuren slaan weer dicht.
In december was ik ook nog zo'n meisje.
Feestjes ging ik af, met Micha, dat wel, die me vanaf het eerste feestje flirterige opmerkingen toewierp. Nouja, flirterig. "You're so sexy, are you even aware of that?" was misschien meer to the point dan iemand ooit eerder was geweest. Meteen duidelijk, en ik begon tegen beter weten in te dromen.
Micha zegt helemaal niks, is hier niet eens bij me - ik moet hier weg, nu. De toiletdeuren zijn als in een cowboy saloon en knallen hard open. Ik voel me zo vies dat ik vertrek zonder gedag te zeggen. Hamid sms ik morgen wel en Micha merkt het vast niet. Thuis spoel ik mijn mond en klap mijn laptop open.
'Novia' typ ik in bij Google.
Girlfriend, antwoordt Google.
Girlfriend, herhaal ik hardop.
Met Micha moet ik niets serieus nemen, dat weet ik inmiddels wel. En toch word ik een beetje onpasselijk van de twee aan elkaar geplakte woorden. Alsof ze echt bij elkaar horen.
vrijdag 7 september 2012
Gomorra explained - 3
Het is vast geen nieuws dat er mensen vermoord worden door de camorra: daar is alle angst op gebaseerd.
Nog geen week was ik in Napels en op 3 kilometer van mijn kamer werden er om 15.00 uur 's middags twee mannen vermoord. Ik woonde in de wijk waar het gebeurde. Gelukkig was ik rond die tijd niet thuis en ook niet buiten - ik las het de volgende ochtend, op de krantenvoorpagina's van de oude mannetjes op straat. Het was half acht 's ochtends, de dag na de afrekening. Nog niet eens zo bloedheet, maar het angstzweet plakte op mijn rug.
Niet omdat ik bang was zelf vermoord te worden (tenminste, dat was niet mijn grootste angst, uiteraard was ze wel aanwezig) - maar bang om ooit zoiets te moeten zien. Misschien omdat ik veel wist, begreep, zag. En verdrietig: omdat ik begreep dat ik voorlopig niet het lef zou hebben journalist te spelen, of te worden, maar vooral ook een verdriet van het soort: wat-is-dit-verdrietig.
Ik heb vele angsten, schrijft Roberto Saviano in het boek de schoonheid en de hel, maar vermoord worden zit er niet bij.
Wat een held.
Want ik kan het hem niet nazeggen.
Laat me je het verhaal van Annalisa vertellen.
In 1990 wordt in de wijk Farcella in Napels een meisje geboren, Annalisa. Blondbruin haar heeft ze, en ze groeit op tot schoonheid van de buurt. Stiekem laat ze als 14-jarige een piercing in haar neusvleugel zetten - 'ik wist wel dat mama er de hele dag boos om zou zijn', schrijft ze in haar dagboek. Maart 2004, net na haar 14e verjaardag, is het tijd voor de eerste warme avond. Annalisa is met haar nichtje en een vriendin buiten, op straat. Ze luisteren muziek, flirten misschien met jongens, als er twee mannen, elk op een motor de straat inrijden. Met 'open vuur': ze schieten gericht op Salvatore Giuliano, een 20-jarige crimineel die op dat moment een hoek omrent en de straat inkomt. De vriendinnen van Annalisa ontkomen, duiken, misschien gaan ze op straat liggen of rennen ze naar binnen.
Een kogel raakt Annalisa in haar nek.
Een paar dagen later overlijdt ze, 14 jaar was ze, 14, een piercing en dromen om kapster te worden.
Ik heb Annalisa's geboortejaar.
Omschrijven hoe bevoorrecht ik me voel, en hoe verdrietig ik voor haar ben: ik kan er niet aan beginnen.
Ik wil je trouwens nog iets vertellen: er is niets makkelijkers dan de camorra negeren. Ik schrijf niet om bang te maken. Je kunt heel gemakkelijk op vakantie naar elke willekeurige plaats in Italië en zeker ook naar Napels. De buitenwijk waar ik woonde is geen plaats voor toeristen, je vindt haar in geen enkel boekje - je zult er waarschijnlijk niet komen, dus. Volg alle spots van de Lonely Planet en er zal je niets overkomen dat niet op elke willekeurige vakantie kan gebeuren. Napels is pleinen, hitte, chaos, prachtig, afval, mozzarella, geschreeuw, straatjongetjes die om geld vragen. Goed, je redt je wat makkelijker als je Italiaans spreekt, maar echt, laat je niet bang maken en ga lekker zelf kijken :) Napels is geen frontlinie. Behalve de gevaren van elke grote stad (zakkenrollers, etc.), kan je eigenlijk niets gebeuren. Ga kijken. Neem een ritje in de Metro van de Zee en waan je in andere wereld.
Dan: juist omdat er niets makkelijkers is dan de camorra negeren, schrijf ik - om haar ongewilde faam te geven, opdat dat misschien een beetje helpt tegen haar woeste doen.
Ik wil niet een dozijn aan trieste verhalen leveren, het is niet mijn bedoeling mensen murw of bitter te maken - ik wil awareness creeëren, opdat wie vecht à la Saviano, niet vergeten wordt.
Wie bang is, sterft iedere dag - wie geen angst kent slechts één keer
Nog geen week was ik in Napels en op 3 kilometer van mijn kamer werden er om 15.00 uur 's middags twee mannen vermoord. Ik woonde in de wijk waar het gebeurde. Gelukkig was ik rond die tijd niet thuis en ook niet buiten - ik las het de volgende ochtend, op de krantenvoorpagina's van de oude mannetjes op straat. Het was half acht 's ochtends, de dag na de afrekening. Nog niet eens zo bloedheet, maar het angstzweet plakte op mijn rug.
Niet omdat ik bang was zelf vermoord te worden (tenminste, dat was niet mijn grootste angst, uiteraard was ze wel aanwezig) - maar bang om ooit zoiets te moeten zien. Misschien omdat ik veel wist, begreep, zag. En verdrietig: omdat ik begreep dat ik voorlopig niet het lef zou hebben journalist te spelen, of te worden, maar vooral ook een verdriet van het soort: wat-is-dit-verdrietig.
Ik heb vele angsten, schrijft Roberto Saviano in het boek de schoonheid en de hel, maar vermoord worden zit er niet bij.
Wat een held.
Want ik kan het hem niet nazeggen.
Laat me je het verhaal van Annalisa vertellen.
In 1990 wordt in de wijk Farcella in Napels een meisje geboren, Annalisa. Blondbruin haar heeft ze, en ze groeit op tot schoonheid van de buurt. Stiekem laat ze als 14-jarige een piercing in haar neusvleugel zetten - 'ik wist wel dat mama er de hele dag boos om zou zijn', schrijft ze in haar dagboek. Maart 2004, net na haar 14e verjaardag, is het tijd voor de eerste warme avond. Annalisa is met haar nichtje en een vriendin buiten, op straat. Ze luisteren muziek, flirten misschien met jongens, als er twee mannen, elk op een motor de straat inrijden. Met 'open vuur': ze schieten gericht op Salvatore Giuliano, een 20-jarige crimineel die op dat moment een hoek omrent en de straat inkomt. De vriendinnen van Annalisa ontkomen, duiken, misschien gaan ze op straat liggen of rennen ze naar binnen.
Een kogel raakt Annalisa in haar nek.
Een paar dagen later overlijdt ze, 14 jaar was ze, 14, een piercing en dromen om kapster te worden.
Ik heb Annalisa's geboortejaar.
Omschrijven hoe bevoorrecht ik me voel, en hoe verdrietig ik voor haar ben: ik kan er niet aan beginnen.
Ik wil je trouwens nog iets vertellen: er is niets makkelijkers dan de camorra negeren. Ik schrijf niet om bang te maken. Je kunt heel gemakkelijk op vakantie naar elke willekeurige plaats in Italië en zeker ook naar Napels. De buitenwijk waar ik woonde is geen plaats voor toeristen, je vindt haar in geen enkel boekje - je zult er waarschijnlijk niet komen, dus. Volg alle spots van de Lonely Planet en er zal je niets overkomen dat niet op elke willekeurige vakantie kan gebeuren. Napels is pleinen, hitte, chaos, prachtig, afval, mozzarella, geschreeuw, straatjongetjes die om geld vragen. Goed, je redt je wat makkelijker als je Italiaans spreekt, maar echt, laat je niet bang maken en ga lekker zelf kijken :) Napels is geen frontlinie. Behalve de gevaren van elke grote stad (zakkenrollers, etc.), kan je eigenlijk niets gebeuren. Ga kijken. Neem een ritje in de Metro van de Zee en waan je in andere wereld.
Dan: juist omdat er niets makkelijkers is dan de camorra negeren, schrijf ik - om haar ongewilde faam te geven, opdat dat misschien een beetje helpt tegen haar woeste doen.
Ik wil niet een dozijn aan trieste verhalen leveren, het is niet mijn bedoeling mensen murw of bitter te maken - ik wil awareness creeëren, opdat wie vecht à la Saviano, niet vergeten wordt.
Wie bang is, sterft iedere dag - wie geen angst kent slechts één keer
maandag 3 september 2012
Living like Larry - Groen stemmen
Leuk, saving the world (one party at a time), maar hoe zit het eigenlijk met politiek? Wat stem je als je duurzaamheid en bewust leven belangrijk vindt?
Behalve de stemwijzer, kun je ook de Groene Kieswijzer invullen. In 15 korte vragen zie je wat partijen voor natuur en milieu gaan doen, en welke partij het beste bij jouw ideeën past.
Note: De PVV had geen interesse in medewerking, waardoor deze partij niet is opgenomen in de Groene Kieswijzer.
Zelf vind ik klimaatkeuze echter het beste. Stellingen over de belangrijkste punten (zoals CO2-uitstoot, kolencentrales, kernenergie, schone energie & vlees) zijn voorgelegd aan de 12 grootste politieke partijen. Met een groen, oranje of rood vinkje zie je wat deze partij hier van vindt. Voor wie snel wil weten wat te stemmen supermakkelijk! Het loont ook om even te kijken wat de partij er dan precies over zegt (soms is oranje positiever dan je denkt!)... Daarvoor houd je je muis even boven het vinkje, et voilà. Kiezen was nog nooit zo makkelijk :)
Op deze sites wordt alleen naar milieupunten gekeken, maar voor overige stellingen kun je op het hele web terecht. Want het lastige is natuurlijk... dat je meestal niet alleen duurzaamheid en bewust leven belangrijk vind, maar ook andere, 'grotere' onderwerpen. Ik zeg grotere, niet omdat milieu een subonderwerp zou moeten zijn - maar omdat milieu helaas een ondergeschoven kindje is. Wij denken dat we de aarde (die ons alles geeft), als laatste onderwerp kunnen behandelen, ná 'alles' wat wij de aarde teruggeven (nou, vul maar in wat dat dan allemaal voor goeds is...).
Politiek is en blijft daarbij een lastig onderwerp, tenminste: wie de verwikkelingen het hele jaar door niet genoeg volgt, voelt zich al snel hulpeloos in het kiezen, en na wat struinen en klikken wordt dat er vaak niet beter op.
In hun laatste magazine laat Greenpeace trouwens zien dat er in elke partij kiezers te vinden zijn die voor hetzelfde gaan: een schone aarde. Soms denk ik: hoewel de partijen elkaar misschien in de haren vliegen, 'wij' (wat lager aan de grond ;-)) hebben het allang door... dat je iets bereikt met samenwerken, welk labeltje je bij de verkiezingen straks ook kiest.
Dat geloof ik echt.
Behalve de stemwijzer, kun je ook de Groene Kieswijzer invullen. In 15 korte vragen zie je wat partijen voor natuur en milieu gaan doen, en welke partij het beste bij jouw ideeën past.
Note: De PVV had geen interesse in medewerking, waardoor deze partij niet is opgenomen in de Groene Kieswijzer.
Zelf vind ik klimaatkeuze echter het beste. Stellingen over de belangrijkste punten (zoals CO2-uitstoot, kolencentrales, kernenergie, schone energie & vlees) zijn voorgelegd aan de 12 grootste politieke partijen. Met een groen, oranje of rood vinkje zie je wat deze partij hier van vindt. Voor wie snel wil weten wat te stemmen supermakkelijk! Het loont ook om even te kijken wat de partij er dan precies over zegt (soms is oranje positiever dan je denkt!)... Daarvoor houd je je muis even boven het vinkje, et voilà. Kiezen was nog nooit zo makkelijk :)
Op deze sites wordt alleen naar milieupunten gekeken, maar voor overige stellingen kun je op het hele web terecht. Want het lastige is natuurlijk... dat je meestal niet alleen duurzaamheid en bewust leven belangrijk vind, maar ook andere, 'grotere' onderwerpen. Ik zeg grotere, niet omdat milieu een subonderwerp zou moeten zijn - maar omdat milieu helaas een ondergeschoven kindje is. Wij denken dat we de aarde (die ons alles geeft), als laatste onderwerp kunnen behandelen, ná 'alles' wat wij de aarde teruggeven (nou, vul maar in wat dat dan allemaal voor goeds is...).
Politiek is en blijft daarbij een lastig onderwerp, tenminste: wie de verwikkelingen het hele jaar door niet genoeg volgt, voelt zich al snel hulpeloos in het kiezen, en na wat struinen en klikken wordt dat er vaak niet beter op.
In hun laatste magazine laat Greenpeace trouwens zien dat er in elke partij kiezers te vinden zijn die voor hetzelfde gaan: een schone aarde. Soms denk ik: hoewel de partijen elkaar misschien in de haren vliegen, 'wij' (wat lager aan de grond ;-)) hebben het allang door... dat je iets bereikt met samenwerken, welk labeltje je bij de verkiezingen straks ook kiest.
Dat geloof ik echt.
zaterdag 1 september 2012
3 x Veri(ta)
1.
"Sa-haaab" zegt het hoogblonde meisje dat voorin de coupé staat. "Sabje!"
Ze schopt tegen het andere, iets minder blonde meisje dat een beetje in elkaar gezakt op de coupévloer hangt. Sab, waarschijnlijk Sabine, kreunt een beetje, maar zegt niks terug. De trein is overvol, bijna iedereen staat, ik zit op een uitklapstoeltje tussen een buggy en een stel backpacks.
"Sabje?" Even klinkt ze bezorgd. "Als je gaat kotsen moet je het zeggen hoor!"
De massa mompelt wat, probeert te wijken maar dat gaat niet. Sabje sluit haar ogen en schuift helemaal onderuit op de treinvloer.
"Nou goed, dan blijf je toch zo liggen"
Het meisje wrikt kauwgom uit aluminium en laat de lege verpakking naast haar vriendinnetje vallen.
2.
Stacey is vijf, een klein meisje is ze nog: met grote tranen en lange uithalen huilt ze. Mama sust in het Frans, papa streng in het Nederlands - wat een droom, voor mij dan. "Stais" noemt het jongetje dat mee is haar. Stais is van de fiets gevallen, probeert hij te zeggen, maar ze huilt er zo hard doorheen dat ik het niet versta. Gelukkig heb ik het Nederlands van de vader, en een röntgenfoto.
Stacey's been is niet gebroken.
De tranen zijn al wat minder. Stacey geeft me een waterige glimlach. Wie weet wat ze allemaal nog voor elkaar gaat krijgen later. Stais weet het niet, maar ongemerkt heeft ze mijn plannen weer een beetje meer vormgegeven.
3.
"Het is nu al een jaar dat ik geen werk heb" zegt de vader van Soami en mijn mond valt open. Waar komt het eten vandaan, het geld - als mama ook niet werkt? Hoe groot is het vertrouwen... Blijkbaar was ik de enige die nog niet wist dat hij geen baan had. Niemand anders lijkt geschokt.
"Ik mocht komen sollicteren," vertelt hij "blij dat ik was!"
"Het was een goede baan, interessant, een meer dan goed salaris... Alles zou geregeld worden"
Ik hoor een onbestemd gevoel tussen de regels fluisteren. Waar is Soami? Waar zijn haar vrolijke blauwe ogen, plakkerige kinderhandjes? Waarom speelt ze niet, rent ze niet tussen de bankjes door? Roept ze me niet, met mijn nieuwe naam?
Ik blijf luisteren. Soami's vader slikt. Iedereen hangt aan zijn lippen, en ik besef me: elke luisteraar kent dit gevoel, zijn gevoel. De angst voor een gezin, de moed, de lok van geld - ik ken het niet, maar als ik hier was geboren, had ik misschien nu al een kind gehad.
"En mijn vrouw kan jullie de waarheid zeggen" vervolgt hij, en onwillekeurig speuren mijn ogen naar zijn Anna, de vrouw met het grootste, grootste hart dat je je kunt voorstellen, maar ze vinden haar niet. Ze is vast ergens anders met Soami.
Iedereen hoort de korte zucht. De microfoon kraakt even. "Ik huilde als een kind, maar ik zei nee. Nee, ik vervals geen diploma. En ik heb de baan laten gaan."
"Sa-haaab" zegt het hoogblonde meisje dat voorin de coupé staat. "Sabje!"
Ze schopt tegen het andere, iets minder blonde meisje dat een beetje in elkaar gezakt op de coupévloer hangt. Sab, waarschijnlijk Sabine, kreunt een beetje, maar zegt niks terug. De trein is overvol, bijna iedereen staat, ik zit op een uitklapstoeltje tussen een buggy en een stel backpacks.
"Sabje?" Even klinkt ze bezorgd. "Als je gaat kotsen moet je het zeggen hoor!"
De massa mompelt wat, probeert te wijken maar dat gaat niet. Sabje sluit haar ogen en schuift helemaal onderuit op de treinvloer.
"Nou goed, dan blijf je toch zo liggen"
Het meisje wrikt kauwgom uit aluminium en laat de lege verpakking naast haar vriendinnetje vallen.
2.
Stacey is vijf, een klein meisje is ze nog: met grote tranen en lange uithalen huilt ze. Mama sust in het Frans, papa streng in het Nederlands - wat een droom, voor mij dan. "Stais" noemt het jongetje dat mee is haar. Stais is van de fiets gevallen, probeert hij te zeggen, maar ze huilt er zo hard doorheen dat ik het niet versta. Gelukkig heb ik het Nederlands van de vader, en een röntgenfoto.
Stacey's been is niet gebroken.
De tranen zijn al wat minder. Stacey geeft me een waterige glimlach. Wie weet wat ze allemaal nog voor elkaar gaat krijgen later. Stais weet het niet, maar ongemerkt heeft ze mijn plannen weer een beetje meer vormgegeven.
3.
"Het is nu al een jaar dat ik geen werk heb" zegt de vader van Soami en mijn mond valt open. Waar komt het eten vandaan, het geld - als mama ook niet werkt? Hoe groot is het vertrouwen... Blijkbaar was ik de enige die nog niet wist dat hij geen baan had. Niemand anders lijkt geschokt.
"Ik mocht komen sollicteren," vertelt hij "blij dat ik was!"
"Het was een goede baan, interessant, een meer dan goed salaris... Alles zou geregeld worden"
Ik hoor een onbestemd gevoel tussen de regels fluisteren. Waar is Soami? Waar zijn haar vrolijke blauwe ogen, plakkerige kinderhandjes? Waarom speelt ze niet, rent ze niet tussen de bankjes door? Roept ze me niet, met mijn nieuwe naam?
Ik blijf luisteren. Soami's vader slikt. Iedereen hangt aan zijn lippen, en ik besef me: elke luisteraar kent dit gevoel, zijn gevoel. De angst voor een gezin, de moed, de lok van geld - ik ken het niet, maar als ik hier was geboren, had ik misschien nu al een kind gehad.
"En mijn vrouw kan jullie de waarheid zeggen" vervolgt hij, en onwillekeurig speuren mijn ogen naar zijn Anna, de vrouw met het grootste, grootste hart dat je je kunt voorstellen, maar ze vinden haar niet. Ze is vast ergens anders met Soami.
Iedereen hoort de korte zucht. De microfoon kraakt even. "Ik huilde als een kind, maar ik zei nee. Nee, ik vervals geen diploma. En ik heb de baan laten gaan."
Abonneren op:
Posts (Atom)